Begin deze week presenteerde de Rijksoverheid het Nationaal Groeifonds. Het groeifonds is bedoeld voor eenmalige publieke investeringen en omvat een bedrag van € 20 miljard. Het Rijk wil dit bedrag investeren in nieuwe ontwikkelingen en initiatieven die moeten bijdragen aan economische groei. Het geld is beschikbaar voor projecten waarbij het gaat om kennisontwikkeling, fysieke infrastructuur en onderzoek, ontwikkeling en innovatie.
We lezen dat het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Zeeland kansen voor Zeeland ziet. De provincie Zeeland wil de mogelijkheden van het groeifonds verkennen voor de vergroening van de industrie, het oplossen van een aantal infrastructurele knelpunten, de versterking van de kennisinfrastructuur en de effecten van de energietransitie op de arbeidsmarkt.
Provinciale Staten hebben op 10 juli 2020 de motie aangenomen om “op een constructieve manier de lobby richting de Rijksoverheid voor een tolvrije Westerscheldetunnel te blijven voeren” en “Geen kans onbenut te laten om een tolvrije tunnel op de agenda van de Rijksoverheid te (blijven) houden…”.
Naar aanleiding hiervan hebben PvdA-Statenleden Corina van der Vliet en Ralph van Hertum de volgende vragen aan Gedeputeerde Staten van Zeeland gesteld:
1. Het Nationaal Groeifonds legt het accent op investeringen in de economie. Wij zijn van mening dat investeringen niet alleen in de economie, maar juist in de zorg, het onderwijs, het milieu / klimaat en in cultuur dienen plaats te vinden. Delen Gedeputeerde Staten onze mening? Graag een toelichting.
2. Wordt bij het opstellen van projecten en investeringen gekeken naar wensen die in het kader van de compensatie marinierskazerne niet gehonoreerd konden worden, bijvoorbeeld een tolvrije Westerscheldetunnel of personenvervoer Gent-Terneuzen?
3. Gaat iedere Zeeuwse overheid een ‘wensenlijst’ opstellen of komt er één Zeeuws overzicht van gewenste investeringen? Is het College van Gedeputeerde Staten het met ons eens dat één krachtig Zeeuws geluid een sterker geluid is? En zo ja, zien Gedeputeerde Staten hierin (via het Overleg Zeeuwse Overheden) een regierol?
4. Welke infrastructurele knelpunten bedoelt het College van Gedeputeerde Staten (zie inleidende tekst)?
5. Op welke wijze worden Provinciale Staten geïnformeerd c.q. betrokken?
Antwoorden Statenvragen over Nationaal Groeifonds (09-09-2020)