In de PZC van 11 december 2020 lezen we over een lager aantal passages door de Westerscheldetunnel. In dat zelfde artikel wordt aangegeven dat een koppeling bestaat tussen minder passages en, mogelijk, leidt hogere toltarieven. “Provinciebestuur sluit verhoging tol in 2022 niet uit.” lezen wij.
Het is bekend dat wij strijden voor een tolvrije tunnel. Wij vinden het dan ook heel onwenselijk dat een beeld ontstaat dat de toltarieven in de toekomst worden verhoogd.
Naar aanleiding hiervan hebben PvdA-Statenleden Corina van der Vliet en Ralph van Hertum de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland gesteld:
1. Klopt de berichtgeving en specifiek de zin dat dat het provinciebestuur verhoging van het toltarief in 2022 niet uitsluit?
2. Wie besluit over de toltarieven en wat is daarbij de rol en verantwoordelijkheid van het college van Gedeputeerde Staten en van Provinciale Staten?
3. Wij vinden het onwenselijk dat een lager aantal tunnelpassages leidt tot een verhoging van het toltarief (een onwenselijke koppeling). Is het college van Gedeputeerde Staten dit met ons eens? Hoe voorkomen we dat een lager aantal passages mogelijk leidt tot hogere toltarieven?
4. Is het college van Gedeputeerde Staten het met ons eens dat deze situatie eens te meer laat zien dat de Rijksoverheid haar verantwoordelijkheid (snel) moet nemen? Welke acties onderneemt het college richting het Rijk?
5. Het PZC-artikel staat vol onzekerheden, mitsen en maren. De lezer leest: de tol gaat omhoog. Is het college van Gedeputeerde Staten het met ons eens dat deze berichtgeving onzekerheid veroorzaakt? Wat kan en gaat het college hier aan doen?