“Doe allemaal mee”, dat is de zeer nadrukkelijke oproep vanuit de landelijke overheid in het kader van het tegengaan van het corona-virus. Hieronder valt de dringende oproep om mondkapjes te dragen.
Het zijn zeer onzekere tijden. Steeds meer zekerheden, ook financieel, vallen weg. Een groeiend aantal Zeeuwse inwoners moet noodgedwongen aankloppen bij gemeenten en instellingen als de voedselbank. Wij denken dat, naast de vele corona-faciliteiten die de provincie al biedt aan bedrijven, ZZP-ers en de culturele sector, extra aandacht nodig is en blijft voor kwetsbare en minder financieel daadkrachtige Zeeuwse inwoners. Voedselbanken zijn noodzakelijke en door ons gewaardeerde voorzieningen. In deze crisissituatie des te meer.
Naar aanleiding hiervan hebben Statenleden Eddy Heerschop en Corina van der Vliet de volgende vragen gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland:
1. Zijn Gedeputeerde Staten het met ons eens dat deze corona-crises leidt tot (financiële) onzekerheid en een toenemend beroep op financiële bijstand (zowel van de gemeenten als van instellingen en fondsen)? Graag een toelichting.
2. Zijn Gedeputeerde Staten het met ons eens dat er een provinciale verantwoordelijkheid ligt om de Zeeuwse voedselbanken te ondersteunen door het beschikbaar stellen van mondkapjes voor zowel de vrijwillig medewerkers als de klanten (dus mondkapjes in de uit te reiken voedselpakketten). Zijn Gedeputeerde Staten bereid dit te doen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet en wie spreken Gedeputeerde Staten dan aan om dit initiatief op te pakken?