Wijlen PvdA-minister Ien Dales houdt in 1992 haar speech over integriteit. Een speech die nog steeds belangrijk is of juist belangrijker is geworden. De snelheid van communicatie, de beschikbaarheid en technieken (denk aan sociale media) heeft het onderwerp integriteit alleen maar hoger op de agenda gezet. Wat zei onze toenmalige minister? Wat zei zij waardoor deze speech nog steeds actueel is?
Zij sprak over de voorbeeldfunctie van politiek bestuurders. Een voorbeeldfunctie die vraagt om moed, karakter en zichtbare onkreukbaarheid. Zij sprak over een organisatie structuur en een organisatie cultuur waarin met zich veilig voelt. Waarin men met elkaar in gesprek gaat. Waarin integriteit bespreekbaar is zonder dat men zich bedreigd voelt. Dat het niet voldoende is om te zeggen ‘ik ben integer’ maar om hier ook actief mee bezig te zijn. Zij gaf aan dat geruchten over schending van de integriteit, waar of niet waar, schadelijk zijn. Ze blijven hangen in de publieke opinie en breken het aanzien van de politiek en het bestuur af. Haar woorden ‘een beetje integer bestaat niet’ zijn bekend en worden nog steeds aangehaald en gebruikt.
Met haar woorden in ons achterhoofd lezen we het Feitenonderzoek PVV en het advies van de Integriteitscommissie. Met haar woorden in ons achterhoofd ervaren wij de situatie die ontstaan is bij de PVV. Onze conclusie is dat de voorbeeldfunctie van politiek bestuurders schade oploopt. Niet alleen van de beide PVV-ers maar van alle gekozen Statenleden. Dus van ons allemaal.
“Zie je wel”, zegt de publieke opinie, “onbetrouwbare zakkenvullers”. “Een eed of belofte zegt dus schijnbaar niets, want na een paar weken ontstaat er een ordinair hanengevecht binnen een fractie.” “Waarom zou je gaan stemmen als het pluche voor bestuurders belangrijker is dan de Zeeuwse belangen?”. Wij lopen allemaal schade op. Het soms broze vertrouwen van de kiezer wordt in één keer teniet gedaan. Hoe waar zijn Ien Dales haar woorden dat integriteitskwesties afbreuk doen aan de politiek en het bestuur.
Het bespreekbaar maken van integriteit is interessant, want hoe integer zijn we? Wat doen we met het grijze gebied? Wie van ons heeft wel eens politieke stukken uitgedraaid op de printer van zijn of haar werkgever? Wie van ons neemt een ontvangen fles wijn in ontvangst en mee naar huis? In hoeverre hebben onze nevenfuncties, als we die überhaupt hebben, een directe of indirecte lijn met onze politieke ambities? En zijn de lijnen zuiver? Zijn de regels voor ons duidelijk en geven we ook allemaal dezelfde invulling aan de gemaakte afspraken? Het is belangrijk om integriteit op onze agenda te houden. In een veilige, open en eerlijke omgeving.
In het rapport van de Commissie Integriteit lezen we dit ook terug. Geschreven wordt over het belang om integer om te gaan met publieke financiële middelen. Het is van essentieel belang is voor (ik citeer): “…het aanzien en de geloofwaardigheid van de politiek dat juist volksvertegenwoordigers integer handelen.” Dat twijfel over integer handelen niet alleen het aanzien van de betrokken Statenleden raakt maar van het instituut Provinciale Staten als geheel. Nog een citaat uit het advies: “Voor de Commissie Integriteit lijkt de enige passende conclusie dat deze Statenleden zich beraden op hun positie en doet een indringend beroep op hen om hun verantwoordelijkheid te nemen.” Deze woorden hebben wij eerder ook gezegd. Wij hebben de heren Van Dijk en Bosch geadviseerd goed in de spiegel te kijken en hun conclusies te trekken.
De commissie adviseert ons ook om beide Statenleden te ontheffen van hun functies als (plaatsvervangend) voorzitter van commissies en het lidmaatschap van de Werkgeverscommissie en om terugbetaling van ten onrechte uitgegeven en gedeclareerde publieke middelen. Voor ons logische adviezen die wij volledig ondersteunen. Ook de adviezen van de Commissie Integriteit over de aanscherpen van het integriteitsbeleid en het opstellen van een onderzoeksprotocol kan volledig op onze steun rekenen. Dank aan de commissie voor het duidelijke advies.
De vraag die ons bezig blijft houden is: Hoe kunnen we samenwerken met Statenleden die niet integer handelen? Wie kan die vraag voor ons beantwoorden?
Fractievoorzitter Corina van der Vliet