Het Veerse Meer was vorig jaar meerdere malen in het nieuws, door sterfte van vissen en schelpdieren en zwarte zuurstofloze bodems. Deze problematiek lijkt zich de afgelopen jaren te verergeren. Terwijl de alarmerende berichten tot nu toe beperkt bleven tot de zomer, stuurt de Nederlandse Onderwatersport Bond nu een rapport waaruit blijkt dat zelfs in de winter de bodem van het Veerse Meer dood is, zelfs op 3 meter diepte, en zelfs aan de oostkant vlakbij de Katse Heule. Naar aanleiding hiervan hebben we ook gesproken met de stichting Zeeschelp die aangeeft dat afgelopen zomer tussen Arnemuiden en de Veerse Dam onder de 3 meter alles dood was. Voor ons is dit reden om opnieuw hierover aan de bel te trekken.
Naar aanleiding hiervan hebben PvdA, GL en D66 de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland gesteld:
1. Delen Gedeputeerde Staten de zorgen over de water- en bodemkwaliteit van het Veerse Meer? Zo nee, waarom niet? Zoja, welke acties zien Gedeputeerde Staten voor zichzelf weggelegd om hier verbetering in te brengen?
2. In antwoord op artikel 44 vragen van GL in oktober 2020 gaf u aan dat Rijkswaterstaat en het waterschap monitoringsprogramma’s uitvoeren over de kwaliteit van het Veerse Meer en over de stikstofbelasting. Kunnen Gedeputeerde Staten hierover al terugrapporteren?
3. Zijn Gedeputeerde Staten bereid om bij de beheerder Rijkswaterstaat aan te dringen op urgente behandeling van de problematiek in het Veerse Meer?
Antwoorden op Statenvragen ‘Onderwaternatuur Veerse Meer’ (25-03-2021)