De PvdA-Statenfractie volgt met interesse de ontwikkelingen rondom vlas. Met een areaal van ruim 2000 hectare is vlas in Nederland een klein gewas vergeleken met tarwe, aardappelen en uien. Echter, bijna dit gehele areaal bevindt zich in Zeeland. Ook de vier Nederlandse vlasverwerkende bedrijven zijn alle gevestigd in Zeeland, en in Koewacht is een vlasmuseum. Linex verwerkt vlasscheven tot wandpanelen in Koewacht en er zijn tal van feesten en activiteiten die te maken hebben met vlas (Eede, Dreischor). Zeeland is dus de vlasprovincie bij uitstek.
Vlas is een gewas dat zeer goed past in een duurzame en volhoudbare landbouw. Het produceert veel minder broeikasgassen, wordt geteeld met een zeer lage hoeveelheid landbouwgiffen en vereist weinig water en een lage stikstofbemesting in vergelijking tot andere (rust-) gewassen. Daarnaast draagt vlas bij aan een goede bodemstructuur door de diepe penwortel met fijne vertakkingen, en kan worden geteeld met niet-kerende grondbewerking of ecoploegen, eventueel in combinatie met graszaad als dekvrucht. Het gewas heeft geen genetische verwanten, dus geeft echte diversiteit aan het bouwplan naast diversiteit in het landschap. De 1800 planten per m2 zorgen voor veel bloemen, vroeg in het voorjaar wat attractief is voor de insecten na de winterperiode. Doordat de planten niet vertakken ontstaat er een open structuur in het gewas wat beschutting geeft aan jonge dieren. Al deze zaken maken het een gewas dat zeer goed past in een verruimde vruchtrotatie in de akkerbouw.
In de textielsector scoort vlas beduidend beter dan de meeste andere vezels, zoals katoen, wol en synthetische materialen Daarnaast kent vlas diverse andere mogelijke toepassingen waaronder voeding (zaden / olie met hoog omega-3 gehalte), vezelversterkte composieten, veevoer, papier, isolatie, stalstrooisel en constructiemateriaal, en zelfs als product in auto’s en tennisrackets. Opvallend is dat bijna alle delen van de plant worden benut. Veel producten kennen een tweede leven doordat het goed gerecycled kan worden.
Interessant is ook dat een hectare vlas of hennep in één teeltcyclus tenminste evenveel CO2 vastlegt als een hectare bos, afhankelijk van de leeftijd, in één jaar. Ook wordt er per hectare 3 ton hout geproduceerd in de vorm van vlasscheven. Deze worden gebruikt in wandpanelen en stalstrooisels, ter vervanging van hout. En in tegenstelling tot andere landbouwgewassen worden vlasvezels gebruikt in producten met een lange levensduur, waardoor deze CO2 langdurig uit de atmosfeer verdwijnt.
Economisch gezien heeft vlas veel potentie. Er is een stijgende vraag naar lange vlasvezels, wat zich vertaalt in een gestage groei van het areaal vlas in Europa. Ook is er voor vlas als bouwmateriaal ruimte voor maar liefst 20x het huidige marktpotentieel. En vlasvezelcomposiet is in beeld als vervanger van glasvezel.
Om al deze redenen zou de PvdA graag meer vlas willen zien op de Zeeuwse velden. We hebben daarom de volgende vragen aan Gedeputeerde Staten:
1. Zijn Gedeputeerde Staten het eens met de PvdA dat vlas veel potentie heeft en vooral een duurzaam gewas is? Graag een toelichting.
2. Worden agrariërs door de provincie gestimuleerd dit gewas mee te nemen in hun grond en teeltplan? Zo ja, wat zijn de resultaten hiervan, zo nee willen Gedeputeerde Staten overwegen dit actief te gaan doen?
3. Vlas is een relatief onbekend gewas en de teelt ervan vereist specialistische kennis. Zijn Gedeputeerde Staten bereid om te investeren in meer kennisontwikkeling en overdracht en promotie van vlas, met name onder Zeeuwse agrariërs?
4. In 2019 hebben Gedeputeerde Staten geïnvesteerd in een onderzoek naar vlas in relatie met het nieuwe landbouwbeleid vanaf 2023. In september 2020 zijn de resultaten van dit onderzoek bekend geworden en is genoemd door Gedeputeerde Staten: “Met de resultaten van dit onderzoek gaan we naar Den Haag en Brussel. Wij moeten als overheden gezamenlijk de teelt van vlas en hennep stimuleren.” Is er al een concrete actie gevolgd op dit voornemen? Zo nee, wanneer kunnen we dit verwachten?
5. Zijn Gedeputeerde Staten bereid om in den Haag aan te dringen op het stimuleren van vlas in het Nationaal Strategisch Plan, dat invulling geeft aan het nieuwe Europees landbouwbeleid, dat vanaf 2023 zal gelden? Zo nee waarom niet?
6. Vlas is een klein gewas in Nederland. In België en Frankrijk heeft vlas meer omvang en komt daardoor in aanmerking voor gunstiger regelgeving. Daarnaast maken ook de hogere grondprijzen in Nederland het moeilijk voor de Zeeuwse vlasproducenten om aan te sluiten bij de wereldmarkt. Zijn Gedeputeerde Staten bereid om in overleg te treden met de brancheorganisatie van de vlas- en hennepteelt om te onderzoeken hoe Zeeuwse vlastelers en -verwerkers kunnen worden geholpen om beter aan te sluiten bij de wereldmarkt?
7. Vlas heeft een korte keten. Vlasproductie- en verwerking kan in zijn geheel in Nederland gebeuren. De provincie Zeeland heeft het bevorderen van de afzet van streekproducten via korte ketens als een van de doelstellingen aangemerkt in de transitie naar een volhoudbare landbouw. Bovendien, juist in coronatijd hebben we geleerd wat het is om afhankelijk te zijn andere werelddelen voor grondstoffen. Kunnen Gedeputeerde Staten aangeven of deze urgentie een reden is om deze producten als gewenste teelt aan te merken?
8. Er komen steeds meer West-Europese spin en weefmogelijkheden voor linnen. Zonder lokale grondstoffen komt dit initiatief niet tot ontwikkeling. Zijn Gedeputeerde Staten bereid om te onderzoeken of er ‘Zeeuws linnen’ kan worden geproduceerd met een geografisch beschermde aanduiding (vergelijkbaar met Edammer kaas of Champagne).
9. Zijn Gedeputeerde Staten bereid met ZLTO in gesprek te gaan om vlas als noodzakelijke teelt aan te merken?
10. Zien Gedeputeerde Staten de importantie van langdurige CO2 opslag door vlasproducten in de bouw en in dagelijkse gebruiksvoorwerpen/textiel? Zoja, zien Gedeputeerde Staten een rol voor zichzelf om dit te stimuleren, bijvoorbeeld door waar mogelijk aan bouwmaterialen de eis te stellen dat ze recyclebaar zijn?
11. De concurrentiepositie van vlas zou nog verbeterd kunnen worden via de systematiek van verhandelbare CO2 emissierechten. Zijn Gedeputeerde Staten bereid om dit idee verder te onderzoeken?