De Statenfracties van de PvdA en het CDA hebben bezorgd kennisgenomen van de financiële nood waarin musea, culturele- en sportinstellingen en sport- en culturele evenementen zich als gevolg van de coronacrisis bevinden of gaan bevinden. Landelijk spreekt men over 20% van de instellingen die in de problemen komen. Evenementen weten helemaal nog niet wat de gevolgen zullen zijn. Zeker ook in Zeeland waar instellingen, musea en evenementen meer afhankelijk zijn van toeristen kan de klap groot zijn.
PvdA en CDA zien een verantwoordelijkheid voor de gezamenlijke overheden om de Zeeuwse cultuur en sport overeind te houden. Immers, cultuur en sport hebben een grote waarde voor de samenleving, leefbaarheid én werkgelegenheid. Het vestigingsklimaat wordt mede bepaald door de aanwezigheid van cultuur en sport.
Daarbij hebben wij niet alleen de grote musea, evenementen of de instellingen waar een langjarige subsidierelatie mee bestaat voor ogen. Juist ook al die andere musea en evenementen waar veel vrijwilligers actief zijn verdienen onze steun en aandacht.
We hebben met waardering kennisgenomen van de provinciale plannen om verschillende economische sectoren te hulp te schieten. Dat is een goede zaak. Gelet op bovenstaande willen we daarnaast graag aandacht voor cultuur en sport.
Naar aanleiding hiervan hebben de fracties van de PvdA en CDA de volgende vragen voor het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland:
1. In hoeverre hebben Gedeputeerde Staten al een beeld van hoe de cultuur- en sportsector er voor staan? Is er zicht op in hoeverre landelijke regelingen passen en voldoende zijn voor musea, instellingen en evenementen?
2. In hoeverre is er contact met andere overheden om hierin gezamenlijk op te trekken?
3. In hoeverre is het mogelijk om zowel steun op korte termijn te geven, als ook nu al na te denken welke maatregelen nodig zijn om na de intelligente lockdown op een passende en goede manier weer door te kunnen?