De PvdA-Statenfractie is blij met de bijdrage van het Rijk voor de noodlijdende Zeeuwse culturele sector. Het bedrag van € 2,6 miljoen voor de Zeeuwse culturele instellingen is helaas niet gelabeld. Hierdoor kunnen de Zeeuwse gemeentebesturen zelf kiezen waaraan het geld wordt besteed, bijvoorbeeld om schulden weg te werken of om nieuwe wegen aan te leggen. De PvdA Zeeland is duidelijk: deze € 2,6 miljoen moet aan de Zeeuwse cultuur worden besteed.
De Corona-crisis duurt bijna een jaar en veel culturele instellingen hebben het moeilijk. Van het lokale museum tot de muziekvereniging. Van het orkest tot het podium. Van de gesloten bibliotheek tot de stilstaande cultuurbus. De inkomsten van de culturele voorzieningen zijn weggevallen. Kinderen en volwassenen zijn verstoken van het noodzakelijke extra’s dat het leven mooier maakt. We zijn blij met het geboden Rijksgeld en roepen de dertien Zeeuwse gemeentebesturen met klem op om deze euro’s te besteden aan waar zij voor bedoeld zijn: noodlijdende culturele organisaties. Wij willen niet dat het geld wordt gebruikt om schulden af te lossen, wegen aan te leggen of gaten in de begroting te dekken. Dit geld hoort in de culturele sector.
Formeel gaat het provinciebestuur niet over de besteding van de gemeentelijke cultuurgelden, maar cultuur is wel een kerntaak van de provincie. Daarnaast vindt regelmatig overleg plaats tussen het provinciebestuur, de gemeentebesturen en de culturele instellingen. Bovendien heeft het besteden van deze cultuurgelden een gemeentelijk overschrijdend belang. De Zeeuwse culturele sector heeft dit geld nodig.
Naar aanleiding hiervan hebben de PvdA-Statenleden Ralph van Hertum en Inez Flameling de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland gesteld:
1. Is, voor zover Gedeputeerde Staten kunnen overzien, een maximaal beroep gedaan op de € 2,6 miljoen aan cultuurgelden?
2. Welke argumenten hanteren gemeenten om het geld (deels) niet aan de culturele sector te besteden?
3. Zijn Gedeputeerde Staten bereid om zich tot het uiterste in te spannen om deze € 2,6 miljoen bij de culturele sector te krijgen, bijvoorbeeld door middel van overleg met gemeentebesturen? Waarom wel/niet?
4. Hoe zien Gedeputeerde Staten de situatie op dit moment voor de culturele sector in Zeeland? Wat is aanvullend op de twee landelijke regelingen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap nodig?
Antwoorden op Statenvragen ‘Besteding cultuurgelden’ (20-02-2021)