Spoedzoekers

Door Corina van der Vliet op 14 december 2019

Spoedzoekers. Van Dale kent het woord niet. Nog niet. Ik voorspel dat het woord binnenkort in dit woordenboek wordt opgenomen.

Het woord ‘spoedzoekers’ werd, tijdens de bijeenkomst Flexwonen op 3 december 2019, door vele aanwezigen heel makkelijk in de mond genomen. Net alsof het woord al jaren bestaat, maar dat is niet het geval. Het is vakjargon van recente tijd. Spoedzoekers zijn mensen die met enige haast een nieuwe woning zoeken. Dat kan zijn vanwege privéomstandigheden, een nieuwe baan in een andere regio of vanwege studie. Of het gaat om mantelzorg of mensen die vanuit het buitenland hier komen om (tijdelijk) te werken. De centrale vraag was: Hoe realiseren we voldoende woningen voor deze spoedzoekers?

De technische mogelijkheden van tijdelijke woningen met flexibele inrichtingen en maten zijn tijdens de bijeenkomst met enthousiasme getoond. Woningen op maat. Tijdelijke woningen die aansluiten op de behoefte van de bewoner(s). Technisch gezien is van alles mogelijk. Daar zit het probleem niet. De uitdaging zit in het goed in beeld krijgen van de doelgroep(en), de regelgeving en het besluitvormingsproces. Plannen en ideeën zijn er volop. Snel met de bouw beginnen, geen lange termijn denken. Hoe maken we dat mogelijk? Twee dingen zijn daarbij volgens mij van belangrijk: lef en samenwerking.

Besluiten zijn vaak gebaseerd op zekerheden. Zekerheden die gestoeld zijn op concrete feiten, aangetoonde behoeftes, wet- en regelgeving en tot in detail uitgewerkte plannen, maar in het geval van flexwonen en spoedzoeker zijn die zekerheden er niet. Zo zijn bijvoorbeeld het aantal internationale werknemers een met ruime marges omgeven schatting. De behoefte aan starterswoningen blijkt niet uit de statistieken terwijl dorps- en stadsraden deze behoefte wel degelijk ervaren. Wet- en regelgeving is een toetsingskader maar mag innovatie niet in de weg staan.

Als we de behoefte aan zekerheden iets meer los laten ontstaat ruimte voor vernieuwing en voor actie. Daadwerkelijk gaan doen. Of, zoals tijdens de bijeenkomst werd gezegd, ‘overgaan tot daden en vervolgstappen maken’.

Het aantal keren dat ‘samen’ is gezegd, is niet geturfd. Als we een lijstje van meest uitgesproken woorden hadden gemaakt had ‘samenwerking’ met stip op nummer één gestaan. Iedereen roept om samenwerking. Of het nu de overheden zijn, de projectontwikkelaars, de bouwbedrijven, de leveranciers van flexwoningen of de woningcorporaties. Over eigen grenzen heen kijken, samen gaan voor het beste resultaat. Een samenwerking waarin je handelt vanuit kansen. Elkaar helpen, iets gunnen en vooral ook elkaar vertrouwen. Wat staat deze samenwerking in de weg?

Van de noodzaak om voor spoedzoekers op korte termijn kwalitatief goede (tijdelijke) woningen te realiseren was iedereen overtuigd. Het ministerie geeft iedere provincie een bedrag van € 250.000 om flexwonen te stimuleren. Een mooi bedrag om, wat ons betreft, in te zetten voor de broodnodige échte samenwerking en het realiseren van lef. En vervolgens snel een schop in de grond!

Corina van der Vliet-Hart (fractievoorzitter)

Corina van der Vliet

Corina van der Vliet

“Ik ben Corina van der Vliet-Hart, 52 jaar, getrouwd en moeder. Ik woon in Zierikzee en werk bij de gemeente Kapelle. Gericht op samenwerking, sociaal en enthousiast. Hobby’s zijn wandelen, kijken naar sport en vind ik het leuk om te schrijven. • Iedereen is welkom in Zeeland. • Jongeren groeien met plezier op. • Onbebouwde

Meer over Corina van der Vliet