13 vragen over Plan van Eisen OV Zeeland
Normal
0
21
false
false
false
NL
X-NONE
X-NONE
/* Style Definitions */
table.MsoNormalTable
{mso-style-name:Standaardtabel;
mso-tstyle-rowband-size:0;
mso-tstyle-colband-size:0;
mso-style-noshow:yes;
mso-style-priority:99;
mso-style-qformat:yes;
mso-style-parent:””;
mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt;
mso-para-margin-top:0cm;
mso-para-margin-right:0cm;
mso-para-margin-bottom:10.0pt;
mso-para-margin-left:0cm;
line-height:115%;
mso-pagination:widow-orphan;
font-size:11.0pt;
font-family:”Calibri”,”sans-serif”;
mso-ascii-font-family:Calibri;
mso-ascii-theme-font:minor-latin;
mso-fareast-font-family:”Times New Roman”;
mso-fareast-theme-font:minor-fareast;
mso-hansi-font-family:Calibri;
mso-hansi-theme-font:minor-latin;}
Uit ambtelijke informatie blijkt dat het niet de bedoeling is dat het Plan van Eisen (PvE) voor vaststelling aan de Statencommissie Economie & Mobiliteit c.q. Provinciale Staten (PS) wordt voorgelegd omdat het standpunt wordt ingenomen dat dit uitvoering is van het reeds vastgestelde Beleidsplan. Wel zal de commissie bijgepraat worden over de inhoud. Op dit moment is er een Nota van Uitgangspunten voor het PvE die intern is maar wel al in het bezit van externe partijen. Hierdoor komen er ook berichten in de media over het verdwijnen van de ‘Breda-bus’, zonder dat PS hierover zijn geïnformeerd. Dat heeft vervolgens weer geleid tot het stellen van schriftelijke vragen van de SP en Natuurlijk Zeeland. In een reactie van Gedeputeerde Staten (GS) op het commentaar van de ondernemingsraad (OR) van Veolia (zie bijlage hieronder) staat dat deze nota een intern werkdocument is waarvan de inhoud inmiddels is achterhaald. Inmiddels heb ik via derden deze nota ontvangen, welke is bijgevoegd met het verzoek deze ook ter kennis te brengen van de leden van Provinciale Staten.
Vraag 1: Waarom is deze informatie nu achterhaald?
Vraag 2: Is het college van GS het met mij eens dat het een onzorgvuldige wijze van communiceren is dat derden deze nota hebben ontvangen, terwijl de Statenleden hiervan geen kennis hebben kunnen nemen?
Vraag 3: Is het college van GS bereid het Plan van Eisen, voordat het wordt vastgesteld, voor te leggen aan de Cie. Economie & Mobiliteit?
Vraag 4: Wordt bij de aanbestedingsprocedure ook gebruik gemaakt van een ervaren inkooporganisatie, dan wel is deze specialiteit in het ambtelijk apparaat aanwezig?
Inmiddels heb ik kennis genomen van de Nota van uitgangspunten, zoals deze thans is uitgevoerd. Omdat ik over een aantal punten mijn zorgen heb wil ik GS daarover de volgende vragen stellen:
Provincieoverschrijdend OV (pag. 11):
In de Start- en Kadernnota OV staat onder ‘Provincieoverschrijdend openbaar vervoer’ het volgende:
“De grootste stroom OV-reizigers die Zeeland in- en uitreist, doet dat met de trein. Waar dat per bus gebeurt, zoals richting Bergen op Zoom, Rotterdam, Antwerpen, Breda en Brugge, is dat met doorgaande buslijnen, die rijden in opdracht van de Provincie Zeeland, Deze buslijnen zijn onderdeel van het kernnet.” Vervolgens staat er als beleidsuitgangspunt: “Onze intentie is om deze doorgaande grensoverschrijdende verbindingen nog verder te verbeteren (sneller, frequenter).” In het Beleidsplan OV wordt dit verder niet uitgewerkt. Vervolgens lees ik in de Nota van uitgangspunten voor het PvE dat met uitzondering van lijn 42 (Breskens-Brugge) de overige lijnen niet verplicht worden voorgeschreven. Dat zijn dus de lijnen: 12 Oostburg-Maldegem, 19 Hulst-Antwerpen-Breda en 50 Terneuzen-Gent (weekend).
Vraag 5: Is het college van mening dat het niet verplicht stellen van bovengenoemde lijnen in overeenstemming is met het hierboven geciteerde uitgangspunt in de Start- en Kadernota OV?
Vraag 6: Kan het college een opgave verstrekken van het aantal reizigers dat het afgelopen jaar gebruik hebben gemaakt van de buslijnen 12,19 en 50?
Vraag 7: Wat zijn de argumenten van het college dat buslijn 19, met een snelle verbinding naar Antwerpen en Breda niet verplicht wordt voorgeschreven, terwijl de snelbus Zierikzee–Rotterdam wel verplicht wordt voorgeschreven?
Servicebus (pag. 12):
Blijkbaar wil het college de voortzetting van het experiment Servicebus aan de vervoerder overlaten. Juist in een inclusieve samenleving, waarbij het WMO-vervoer en het reguliere openbaar vervoer worden samen gevoegd – één van de uitgangspunten van het provinciebeleid – zouden er meer dwingende randvoorwaarden in de aanbesteding opgenomen moeten worden. Met name in de vier grote gemeenten in Zeeland (Vlissingen, Middelburg, Goes en Terneuzen) zou dit project verder uitgewerkt moeten worden. Dit zou dan moeten onder verplichting dat de gemeenten een financiële bijdrage leveren die tenminste gelijk is een de uitgespaarde WMO-gelden. Die verplichting zou kunnen vervallen indien gemeenten die bijdrage niet willen verlenen.
Vraag 8: Is het college bereid een dergelijke dwingende voorwaarde op te nemen in het Plan van Eisen?
Scholierenvervoer (pag. 14):
Onze motie over de OV-kaart voor minderjarige MBO-ers is door GS overgenomen en zou samengevoegd worden met de scholierenkaart. Hierover is in de Nota van Uitgangspunten niets terug te vinden.
Vraag 9: Op welke wijze wordt bij de aanbesteding de OV-kaart voor MBO-ers opgenomen in het Plan van Eisen?
Tarieven (pag. 16):
In de Nota van Uitgangspunten wordt een tariefplafond gehanteerd voor het eerste jaar, waarbij het tariefniveau niet meer dan 25% mag stijgen boven het tarief van 31 december 2013. De verwachting is dat bij de inschrijvingen dit lager zal worden omdat het een gunningscriterium is voor de laagste inschrijver. De vraag is of er daadwerkelijk veel offertes zullen komen. Bij een beperkt aantal inschrijvingen zal men dan eerder in de buurt van het maximum tarief komen. Omdat dit tarief leidend is voor de gehele concessieperiode van 10 jaar kan dit een forse tariefsverhoging betekenen. In het OPOV is gepleit voor een plafond van 10%.
Vraag 10: Is het college bereid het tariefplafond voor het eerste jaar naar beneden bij te stellen?
Vraag 11: Komen er in het Plan van Eisen ook criteria m.b.t. de solvabiliteit, de ervaring met OV en het personeelsbeleid van de vervoersonderneming?
Klachtenbureau:
Onze motie over een Zeeuws klachtenbureau OV is overgenomen door GS. Hierover staat niets in de Nota van Uitgangspunten.
Vraag 12: Op welke wijze wordt de vorming van een Klachtenbureau OV-Zeeland opgenomen in het Plan van Eisen?
WiFi in het openbaar vervoer in Zeeland:
Recentelijk heeft de PvdA schriftelijke vragen gesteld om te onderzoeken of WiFi in het openbaar vervoer kan worden gerealiseerd. Hierop is nog geen antwoord gekomen. Omdat de concessie betrekking heeft op een periode van 10 jaar is het goed om met deze ontwikkeling rekening te houden.
Vraag 13: Is het college bereid iets over WiFi in het openbaar op te nemen in het Plan van Eisen?
Statenlid Frits de Kaart
Nota van uitgangspunten PVE aanbesteding busconcessie Zeeland
Antwoorden op technische vragen PvdA over Programma van Eisen (augustus 2013)