De PvdA-Statenfractie wil de Zeeuwse musea overeind houden. We lezen in de PZC dat musea 43% minder bezoekers hebben getrokken dan in 2019, het jaar voor Corona. Hierdoor moeten de musea interen op hun reserves en komt de bodem van de financiën in zicht. De PvdA is gealarmeerd door de situatie en vraagt zich af wat de provincie kan doen om de musea extra te ondersteunen.
Voor de PvdA staat het belang van cultuur hoog in het vaandel. Wij vinden cultuur een belangrijke vorm van educatie, een toevoeging aan de maatschappij en van grote waarde voor besef van heden en verleden. In Zeeland bestaan allerlei soorten musea, zoals de vijf grote themamusea en de kleinere musea die de afgelopen twee jaar worstelen om het hoofd boven water te houden.
Gedeputeerde Staten en de landelijke overheid hebben de afgelopen tijd de musea meermaals de helpende hand geboden, maar de nieuwe sluiting en het gebrek aan perspectief op korte termijn baren ons zorgen. Ook vragen we ons af hoe de situatie op de lange termijn zal zijn. Komen de bezoekers nog wel terug naar musea na de Corona-periode?
Daarnaast krijgen we signalen dat jongeren steeds minder in aanraking komen met cultuur. Zij kunnen niet terecht bij een poppodium en missen veel culturele activiteiten. Kunnen Gedeputeerde Staten voor deze specifieke doelgroep iets betekenen?
Naar aanleiding hiervan hebben Statenleden Ralph van Hertum en Eddy Heerschop de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland gesteld:
1. Zijn Gedeputeerde Staten net als de PvdA bezorgd over het lage aantal bezoekers (ten opzichte van 2019) van Zeeuwse musea? Graag een toelichting.
2. Gedeputeerde Staten hebben al financiële middelen ingezet om musea te ondersteunen. Welke mogelijkheden, zowel financieel als op andere vlakken, hebben Gedeputeerde Staten om de Zeeuwse musea extra te ondersteunen in deze zware tijd?
3. Hoe zien Gedeputeerde Staten de toekomst van de Zeeuwse musea op de lange termijn? Zijn Gedeputeerde Staten bereid om de musea structureel te helpen meer bezoekers te trekken? Waarom wel / niet?
4. De Zeeuwse gemeenten hebben het afgelopen jaar steungelden voor cultuur gehad.
A. Welk deel van de cultuurgelden hebben de gemeenten daadwerkelijk aan cultuur besteed?
B. Zijn Gedeputeerde Staten bereid om met hen te overleggen over het zo efficiënt mogelijk inzetten van cultuurgelden voor de culturele sector door meer provinciale samenwerking? Graag een toelichting.
5. Zeeuwse jongeren worden door de Corona-maatregelen verstoken van culturele activiteiten, zoals poppodia. In hoeverre hebben Gedeputeerde Staten deze doelgroep in kaart en wat kunnen Gedeputeerde Staten extra voor de Zeeuwse jongeren betekenen op het gebied van cultuur?