Vermeende overlast door onkruiden in Zeeland
Onlangs heeft de Partij voor Zeeland een open brief laten uitgaan over vermeende overlast van Distels, Jacobskruiskruid en Reuzenberenklauw. De Statenfractie van de Partij van de Arbeid vindt de alarmerende toonzetting van de brief onnodig en ziet geen aanleiding voor actie. In feite gaat het om drie verschillende problemen die alle drie hun eigen benadering moeten hebben.
Distels
Waar het gaat om de overlast door distels is de brief van de Partij voor Zeeland een herhaling van zetten. In 2010 heeft toenmalig Statenlid Johan Robesin een zwartboek het licht doen zien onder de titel ‘Distel steekt Zeeland’. Dit zwartboek is toen breed bediscussieerd en heeft geleid tot een evaluatie van het distelbeleid door de provincie. De slotconclusie van deze evaluatie was, dat ‘het aantal klachten over distels beperkt is gebleven en dat er adequaat is opgetreden’. In de Provinciale Commissie voor de Groene Ruimte (PCGR) waren vertegenwoordigers van landbouw en natuur het met deze conclusie eens. Voor de PvdA-fractie is er dan ook geen aanleiding om deze discussie te heropenen. En als dat wel gebeurt dan is het voor de PvdA eerder de vraag of de distelverordening –in het licht van verminderde regelgeving- niet moet worden opgeheven, dan dat hij moet worden aangescherpt.
Jacobskruiskruid
Jacobskruiskruid is een geel bloeiende wilde plant die in Zeeland, vooral in de duinen, veel voorkomt. De plant bevat giftige stoffen (zogenaamde alkaloïden) die kunnen leiden tot leverproblemen bij koeien en vooral paarden, soms met de dood tot gevolg. In onze Zeeuwse natuurgebieden komt Jacobskruiskruid volop voor en dat leidt echter nergens tot sterfte van koeien of paarden. Als Jacobskruiskruidplanten in hooi of kuilgras zitten, worden zij minder door het vee herkend met ziekte (en sterfte) als mogelijk gevolg. Op het moment dat natuurgras verkocht wordt als hooi of om in te kuilen, moeten er daarom goede afspraken gemaakt worden tussen de (natuur)beheerder en de koper van het gras. Naar de mening van de PvdA-fractie heeft de overheid hier echter geen taak. Net zo iets geldt ook voor de mogelijkheid dat Jacobskruiskruid zich vanuit natuurgebieden verspreid naar boerenweilanden. In zijn algemeenheid doet zich dat niet of nauwelijks voor. Als dit wel het geval is gelden hier de regels van goed nabuurschap. In het kader van het provinciale natuurbeleid zijn hierover duidelijke afspraken gemaakt. Er is een Commissie Nabuurschap, een subcommissie van PCGR, die de uitvoering hiervan in de gaten houdt.
Reuzenberenklauw
De Reuzenberenklauw is van de drie genoemde probleemgevallen eigenlijk nog de meest zorgelijke. Het is een twee tot vier meter grote, decoratieve schermbloem, die in een grotere tuin niet zou misstaan. De plant heeft echter sap dat op een daarvoor gevoelige huid vervelende brandplekken kan geven, die enkele weken kunnen aanhouden. Oorspronkelijk komt deze soort uit Zuidwest-Azië. Zij is in de negentiende eeuw als tuinplant in Nederland geïntroduceerd en verspreid zich sindsdien steeds meer. We vinden haar in Zeeland wel in wegbermen en kleinere bosjes. Als zij zich eenmaal gevestigd heeft, is zij moeilijk meer weg te krijgen. Dat kan eigenlijk alleen door te voorkomen dat de plant in bloei komt (en zich dus kan voortplanten), eventueel in combinatie met chemische bestrijding. Gelukkig wordt de wenselijkheid om de verdere verspreiding van deze plant te beperken ook onderkend door het waterschap en de natuurterreinbeheerders. Zij nemen dan ook maatregelen in die richting. Als de Reuzenberenklauw in uw omgeving voorkomt is het goed om de verantwoordelijke beheerder te tippen en te vragen in actie te komen.
Statenlid Anton van Haperen