Door Anita Pijpelink op 11 december 2015

Rapport hoorzittingscommissie Sloeweg

Het rapport ‘De parelduiker vreest de modder niet’ beveelt aan om als Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten te investeren in de onderlinge verhoudingen en synergie, in gewone taal dus in de onderlinge relatie tussen beiden en in de samenwerking tussen de bestuurders en de volksvertegenwoordigers. Voor onze fractie zijn dit de twee meest wezenlijke bouwstenen voor een gezonde toekomst in het politiek-bestuurlijke deel van de Abdij, waarbij de belangen van de Zeeuwen en de Zeeuwse zaak voorop dienen te staan en ons ook bindt en samenbrengt, van welke partij we ook zijn of vanuit welke rol we daar ook aan bijdragen.

In de brief die het college ons als Provinciale Staten heeft gestuurd met de reactie op het rapport en ook in de reacties van andere partijen hoor ik vooral veel beaming van deze aanbevelingen. Heel goed, zegt iedereen, we gaan een betere relatie opbouwen en beter samenwerken. Dat is een mooi en nobel streven! Onze fractie vraagt zich af of iedereen zich ten volle beseft wat dit nu precies betekent, of we daarmee allemaal hetzelfde bedoelen én of we allemaal beseffen wat dit van ons allen vraagt.

Ik neem alleen al even het begrip synergie. De gedachte dus dat het effect van een samenwerking groter is dan elk van de samenwerkende partijen afzonderlijk zou kunnen bereiken. 1 en 1 is geen twee maar 3 of zelfs 4.

Deze vorm van samenwerking vraagt een krachtig zelfbewustzijn van de aanleverende partijen, weten wat jouw rol en aandeel is en hoe deze in de samenwerking voor het surplus zorgt. En het vraagt respect voor elke taak en rol. Onze fractie vindt het een groot goed dat de diverse machten (volksvertegenwoordige, uitvoerende, ambtelijke en de pers) in het Zeeuwse politieke landschap op een zeer respectvolle en integere manier met elkaar omgaan. En we zouden graag zien dat de specifieke rollen van een ieder bijdraagt aan het vergroten van de politieke legitimiteit. Wat dat is wel nodig. De democratie vraagt dit en wij zijn het haar verschuldigd.

Het woord samenspel valt een aantal keer in het rapport en ook in de commissievergadering. Het woord spel impliceert dat er spelregels aan verbonden zijn en dat we het spel volgens de afgesproken regels spelen. Het woord samen impliceert voor onze fractie niet dat we altijd knus zij aan zij moeten optrekken, maar wel dat altijd duidelijk mag zijn dat het doel waar we voor gaan dezelfde is, namelijk het belang van Zeeuwen en de Zeeuwse zaak. En dan hoeven beide partners het niet altijd meteen eens te zijn met elkaar. Dan moeten er kritische vragen gesteld worden, dan mag er niet genoegen genomen worden met 1 vraag, maar dan moeten we durven doorvragen en ook aan kritische zelfreflectie doen. En wat onze fractie in de commissie ook gezegd heeft: dan moeten we ook als leden van Provinciale Staten het aandurven om in het openbare en publieke debat de messen te slijpen en het debat inhoudelijk scherp te voeren. Niet om de media-aandacht te krijgen, niet om mensen of partijen onderuit te halen maar om de juiste beslissing te nemen, ook als dat een moeilijke beslissing is of een beslissing die lef vraagt. Juist dan!

Onze fractie wil zich hard maken voor versteviging van de politieke legitimiteit, wil actief bijdragen aan een kritische reflectie in Provinciale Staten en hoopt dat dit rapport niet in een lade belandt maar het startschot is voor een nieuwe dynamiek in een mooi democratisch Zeeuws landschap.

Anita Pijpelink (fractievoorzitter)

 

Anita Pijpelink

Anita Pijpelink

Het coalitieakkoord voor de Statenperiode 2019-2023 heeft de titel Samen verschil maken. Anita Pijpelink: “Mijn ene overgrootvader was dijkwerker aan de Zeeuws-Vlaamse kust. Mijn andere overgrootvader was een Axelse keuterboer. Beiden bouwden letterlijk met hun handen aan de toekomst van Zeeland. Net als mijn beide overgrootvaders stroop ik de mouwen op om verder te bouwen

Meer over Anita Pijpelink