Milieuprogramma 2018-2022
Het Milieuprogramma 2018-2022 is een wettelijk verplichte uitwerking van het Omgevingsplan dat we in de vorige Statenvergadering hebben vastgesteld. Je zou dit agendapunt dus kunnen beschouwen als ‘moetje’. Maar de fractie van de PvdA vindt het terecht om even expliciet stil te staan bij het grote belang van een schone leefomgeving en de noodzaak om lucht- en waterverontreiniging en geluidhinder zoveel mogelijk te voorkomen. Wij hebben naar aanleiding van het voorliggend programma twee opmerkingen.
Allereerst de intensieve veehouderij. In het Omgevingsplan hebben we (nogmaals) afgesproken dat er in Zeeland geen ruimte is voor vestiging van nieuwe intensieve veehouderijbedrijven. Wel willen we bestaande bedrijven toestaan (beperkt) uit te breiden, mits dit leidt tot verduurzaming, meer dierenwelzijn en vermindering van de milieuhinder. Het Omgevingsplan (pagina 45) spreekt in dit verband expliciet uit, dat de ‘verduurzamingsmaatregelen’ verder moeten gaan dan de wettelijke vereisten. Deze uitspraak missen we in het milieuprogramma. Op pagina 11 wordt wel verwezen naar wettelijke verplichtingen, maar niet naar het extra, dat het omgevingsplan voorschrijft. Onze vraag aan het college van Gedeputeerde Staten: Waarom ontbreekt deze verwijzing en zit er daarmee
Het Milieuprogramma 2018-2022 is een wettelijk verplichte uitwerking van het Omgevingsplan dat we in de vorige Statenvergadering hebben vastgesteld. Je zou dit agendapunt dus kunnen beschouwen als ‘moetje’. Maar de fractie van de PvdA vindt het terecht om even expliciet stil te staan bij het grote belang van een schone leefomgeving en de noodzaak om lucht- en waterverontreiniging en geluidhinder zoveel mogelijk te voorkomen. Wij hebben naar aanleiding van het voorliggend programma twee opmerkingen.
Allereerst de intensieve veehouderij. In het Omgevingsplan hebben we (nogmaals) afgesproken dat er in Zeeland geen ruimte is voor vestiging van nieuwe intensieve veehouderijbedrijven. Wel willen we bestaande bedrijven toestaan (beperkt) uit te breiden, mits dit leidt tot verduurzaming, meer dierenwelzijn en vermindering van de milieuhinder. Het Omgevingsplan (pagina 45) spreekt in dit verband expliciet uit, dat de ‘verduurzamingsmaatregelen’ verder moeten gaan dan de wettelijke vereisten. Deze uitspraak missen we in het milieuprogramma. Op pagina 11 wordt wel verwezen naar wettelijke verplichtingen, maar niet naar het extra, dat het omgevingsplan voorschrijft. Onze vraag aan het college van Gedeputeerde Staten: Waarom ontbreekt deze verwijzing en zit er daarmee geen licht tussen het omgevingsplan en dit milieuprogramma?
Een tweede opmerking betreft de monitoring van de luchtkwaliteit. Het programma laat zien dat het landelijke meetnet in Zeeland slechts twee meetpunten kent (Philippine en Zierikzee). Daarnaast wordt er op andere manier nog een hoop gemeten, maar de standaardisatie daarvan en de toegankelijkheid van de gegevens voor gewone Zeeuwen is gebrekkig. De PvdA vindt dat met name de situatie in de Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone en het grensgebied om nauwkeuriger en specifieker monitoring vraagt. De emissie van bijvoorbeeld fijnstof en stikstof, zowel aan Nederlandse als aan Vlaamse kant van de grens, vraagt hierom. In het Statenvoorstel is sprake van een ‘onderzoek naar de adequaatheid van het luchtmeetnet’. Wat dit behelst en wanneer dit onderzoek tot resultaten leidt, kon onze fractie in het Milieuprogramma niet terugvinden. Wij rekenen op een toezegging met een datum.
Statenlid Anton van Haperen
Amendement ‘Milieuprogramma’ (26-1
geen licht tussen het omgevingsplan en dit milieuprogramma?
Een tweede opmerking betreft de monitoring van de luchtkwaliteit. Het programma laat zien dat het landelijke meetnet in Zeeland slechts twee meetpunten kent (Philippine en Zierikzee). Daarnaast wordt er op andere manier nog een hoop gemeten, maar de standaardisatie daarvan en de toegankelijkheid van de gegevens voor gewone Zeeuwen is gebrekkig. De PvdA vindt dat met name de situatie in de Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone en het grensgebied om nauwkeuriger en specifieker monitoring vraagt. De emissie van bijvoorbeeld fijnstof en stikstof, zowel aan Nederlandse als aan Vlaamse kant van de grens, vraagt hierom. In het Statenvoorstel is sprake van een ‘onderzoek naar de adequaatheid van het luchtmeetnet’. Wat dit behelst en wanneer dit onderzoek tot resultaten leidt, kon onze fractie in het Milieuprogramma niet terugvinden. Wij rekenen op een toezegging met een datum.
Statenlid Anton van Haperen