Volgens het Besluit bodemkwaliteit is het niet toegestaan om vervuilde grond op kwalitatief betere grond aan te brengen. Tijdens de Algemene Vergadering van 28 juni jongstleden stelde de PvdA-waterschapsfractie Scheldestromen daarom de volgende vraag: Is dit correct en wat zijn de verdere consequenties voor het project Perkpolder?
Het antwoord van het dagelijks bestuur van waterschap Scheldestromen kwam vandaag binnen en luidt als volgt: “Het is correct dat het Besluit bodemkwaliteit uitgaat van het stand-still principe, maar indien er gebruik gemaakt wordt van een zogenaamde Grootschalige Basis Toepassing (GBT), onder de werking van het Besluit bodemkwaliteit, kan, indien aan bepaalde criteria voldaan wordt toch gebruikt gemaakt worden van grond van mindere kwaliteit dan de huidige ondergrond.”
Dit is een bijzonder antwoord, want in de Handreiking Besluit bodemkwaliteit wordt gesteld dat alleen de volgende nuttige toepassingen van grond en baggerspecie onder de noemer van grootschalige toepassing mogen worden toegepast:
- In bouw- en wegconstructies, waaronder wegen, spoorwegen en geluidswallen.
- Voor het afdekken van saneringslocaties of stortplaatsen, met het oog op het voorkomen van nadelige gevolgen voor de omgeving.
- In ophogingen in waterbouwkundige constructies en voor het verontdiepen en dempen van oppervlaktewater, met het oog op de hoogwaterbescherming, de doelstellingen van de Kaderrichtlijn water, bevordering van natuurwaarden en de vlotte en veilige afwikkeling van de scheepvaart.
- In aanvullingen, waaronder de herinrichting en stabilisering van voormalige winplaatsen voor delfstoffen.
Voor overige toepassingen, zoals ophogingen van industrieterreinen en woningbouwlocaties, verspreiding of tijdelijke opslag van baggerspecie, kan geen gebruik worden gemaakt van het toetsingskader voor grootschalige toepassingen.
Grootschalige toepassing geldt dus niet voor de aanleg van golfbanen en de bouw van (vakantie)woningen.