Commissie structuurversterking en werkgelegenheid
Gisteravond was op TV een uitzending te zien van DWDD-University. Dat heeft iedereen in deze zaal vast gemist, want allemaal druk bezig met vandaag. En ik moet u ook bekennen, ik heb ook maar deel gezien, namelijk de duur van tussen alle voorbereidingen door een kopje thee leegdrinken. Het college ging over taalfouten en Paulien Cornelisse sprak op haar geheel eigen en ludieke manier over taal en taalfouten. Een van de zaken die ze naar voren bracht was dat de taalnorm vastgesteld worden door diegenen die, niet wie, maar die, de macht en het geld hebben. Maar nog even over de analyse van Paulien Cornelisse: ze heeft gelijk, daar waar de macht en het geld zit worden de lijnen uitgezet en de normen bepaald. En daarvoor moeten we in de Randstad zijn, in de omgeving Den Haag. Anders zou het Zeeuws dialect geen dialect heten maar een taal zijn en zou ABN echt alleen de linkerflank van een banknaam zijn.
Dus, wat zegt ons dit in het kader van het actieplan van de Commissie Structuurversterking? Naast de mooie plannen, innovatieve ideeën en toekomstgerichte suggesties. Mooi, prachtig, lees het verkiezingsprogramma van ons nog keer en u snapt dat de PvdA-Statenfractie zich zeer gelukkig prijst met de aanbevelingen. Minder gelukkig zijn we met de brief van het kabinet waarin ze stelt niet over de Zeelandbrug te komen met een investering in het Zeelandfonds. Dat is voor ons een heel grote teleurstelling. Daarom roept onze fractie elke Zeeuwse geleding in politiek en elke betrokken belangengroep op om onze verwachtingen van de nationale volksvertegenwoordigers duidelijk op het vizier te krijgen, namelijk te bewerkstelligen dat er een Zeelandfonds komt met een aanvulling van € 25 miljoen door de nationale regering. Om in de termen van Paulien Cornelisse te spreken, als de componenten ‘macht en geld’ de lijnen uitzetten dan moeten we ons daar op richten. Daarom dienen we samen met het CDA een motie in waarin we via het college de leden van de Tweede Kamer (150 decisionmakers tezamen) oproepen een Rijksbijdrage van € 25 miljoen voor het Zeelandfonds te bewerkstelligen.
Zoals wij in de vorige Statenvergadering al aangaven, de Commissie Structuurversterking houdt ons ook een spiegel voor, roept Zeeuwse bestuurders om op te staan, de mouwen op te stropen en een aantal heilige huisjes omver te gooien. En we hoeven daar niet op te wachten, we kunnen zelf ook veel. In kader bestuurlijke vernieuwing en samenwerking dient onze fractie samen met D’66 een motie in om te onderzoeken welke financiële en operationele voordelen er zijn te behalen bij een nauwe samenwerking waardoor er een beroep kan worden gedaan voor alle onderhoud van de Zeeuwse wegen op het BTW-compensatiefonds. Kansen zoeken waar samenwerking loont. En dat laatste dat doet een Projectbureau Wegen. Zeeuwen betalen jaarlijks € 4 miljoen aan het wegenonderhoud dat het waterschap uitvoert. Waterschap Scheldstromen voert onderhoudswerk voor onder andere de provincie en gemeenten uit en het waterschap kan geen aanspraak kan doen op het BTW-compensatiefonds. De looptijd voor onderhoud van provinciale en gemeentelijke wegen door het waterschap behelst 10 jaar. Reken uit uw winst.
Rest mij niets meer dan de commissie structuurversterking te bedanken voor al haar werk en Zeeland toe te wensen, onszelf dus toe te wensen dat we het heft in eigen hand nemen, niet bedremmeld en beteuterd te staan wachten tot er wat gebeurt, maar zelf initiatief te nemen, tot samenwerking en tot eendracht in Zeeland. Geen verdeel en heers vanuit de component ‘macht en geld’, maar een Zeeuws blok vormen.
Fractievoorzitter Anita Pijpelink
Motie ‘Zeeuws Projectbureau Wegen’ (15-07-2016)
De motie voor het Zeeuws Projectbureau Wegen werd gesteund door de PvdA, GroenLinks, D’66 en het CDA. Na een toezegging van gedeputeerde De Bat (CDA) werd de motie ingetrokken.
Motie ‘Stroomversnelling’ (15-07-2016)
De motie voor het Zeelandfonds werd gesteund door de PvdA, het CDA, de VVD en GroenLinks. Het derde bolletje werd geschrapt en vervolgens Statenbreed ondersteund (met uitzondering van de Partij voor Zeeland vanwege afwezigheid Statenlid Babijn).