Brief van de fractievoorzitter
Beste partijgenoten,
Waar begin je als de turbulentie hoog is, er vele vragen zijn en de verwarring met de dag groter wordt? Bij het begin lijkt me….
En het begon met een interview in Nieuwsuur gegeven door ons fractielid Bayram Erbisim, waar ook wij als fractie, net als jullie allemaal, vol ongeloof en ontzetting naar keken. Mijn eerste gedachte was: ‘Dit kan niet, dit kan niet zijn waar Bayram voor staat’. Hij had mij immers in een app, waarin we het interview vooraf doornamen, laten weten wat zijn standpunt was over de Turkse kwestie en daarin stonden woorden als ‘vóór gekozen democratie’ en `tegen elke vorm van onderdrukking in Turkije’. Direct diezelfde avond heb ik de fractie gevraagd om zo snel als mogelijk bij elkaar te komen om Bayram te spreken en hem ter verantwoording te roepen. Dat is de avond erna, donderdagavond gebeurd. We hebben Bayram gevraagd zijn verhaal te doen en te beginnen bij het begin, het aloude, bekende en ontzettend belangrijke verhaal van wederhoor en iemand de kans geven eerst maar eens zijn kant van het (hele) verhaal te vertellen.
En hij begon te vertellen…over hoe hij gebeld was door Nieuwsuur op zijn vakantie in Turkije of hij iets wilde zeggen over hoe hij kijkt naar de Turkse kwestie. En zonder hem woorden in de mond te leggen en zonder hem te sturen verklaarde Bayram tijdens zijn relaas naar ons tegenstander te zijn van zuiveringen en martelingen en dat voor hem de rechtsstaat, de democratie en mensenrechten bovenaan staan. Laat ik heel duidelijk zijn: bij het geringste spoortje van twijfel hierover zou ik hem als fractievoorzitter en zouden ook de andere leden van de fractie in een politiek debat over dit thema hem geen dekking kunnen geven. Dat kunnen wij als fractie vanuit al onze sociaal-democratische waarden niet. Wij konden alleen verder met Bayram als hij dit intrinsiek en vanuit zichzelf verklaarde. Na deze openheid van zaken en kijkje in zijn ziel heb ik alle aanwezigen (fractie, gedeputeerde en vertegenwoordiger bestuur) individueel gevraagd of er vertrouwen was in de woorden en toon van Bayram om met hem verder te kunnen. Een voor een spraken we dat vertrouwen uit. Dat uitspreken van vertrouwen ging gepaard met forse terechtwijzingen en met niet mis te verstane boosheid over de ongelooflijke naïviteit van zijn actie. Hij heeft deze boodschap heel goed begrepen. Hij gaf ook aan erg geschrokken te zijn van de beelden en hoe dit bij iedereen en met name bij de leden van de PvdA is aangekomen.
In het vervolg van dit hele gebeuren hebben we als fractie, in nauw overleg met het bestuur, keuzes gemaakt op het punt van communicatie. Met de wetenschap van nu zou ik het anders hebben gedaan. We hadden jullie, naast de verklaring die we vrijdags hebben gepubliceerd, meteen alle transparantie en openheid moeten geven over het gesprek met Bayram en het feit dat we hem ter verantwoording hebben geroepen. En hoor me goed, van doofpot of moedwillig stilzwijgen was geen sprake, wel van bescherming van de mens Bayram. Daar zijn we te beschermend geweest en zijn jullie met veel vragen komen te zitten. Dat betreur ik. Ik hoop dat jullie in deze brief een oprechte poging zien om jullie alsnog recht te doen.
Met vriendelijke groet,
Anita Pijpelink, voorzitter Statenfractie