Richtingennotitie landelijk gebied en stikstof

Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg…een gevleugelde uitspraak waarmee Einstein ook zegt, om iets anders te krijgen je ook iets anders moet doen.

De opgaven vanuit de NPLG, nationaal programma landelijk gebied,  kader richtlijn water, klimaat en biodiversiteit vragen verandering. Na een tijd van onrust en onduidelijkheid komt Remkes met het rapport ‘Wat wel kan – Uit de impasse en een aanzet voor perspectief’.  Een denklijn wat aanzet tot daadkracht. We zijn blij dat de uitspraak van Remkes aansluit bij de Zeeuwse aanpak. De kleurenkaart is van tafel, de opdracht niet. De natuur moet herstellen. De uitdaging is hoe we de opgaves ingepast krijgen in Zeeland en we recht doen aan de menselijke maat. Met de richtingennotitie landelijk beleid en stikstof zijn wij aan zet om keuzes te verkennen en na te denken hoe we de opgaven uiteindelijk in het Zeeuwse landschap terug willen zien.

De PvdA ziet de doelstelling vanuit de NPLG als een gegeven en vindt het krachtig dat in Zeeland met elkaar gesproken wordt over het toewerken naar de gestelde tussendoelen,

• Het bereiken van een significante daling van de stikstofdepositie, om de kwaliteit van stikstofgevoelige N2000-gebieden te versterken
• Het verlagen van de stikstofdepositie om ontwikkelruimte te creëren
• Verbinden van de opgaven aan integrale gebiedsontwikkeling en versterken of bevorderen transities

de richtinggevende doelstelling 631 ton ammoniak emissie reductie (bij benadering) te kunnen verwezelijken.

1. Toch zien we ook uitdagingen zoals het buitenlandbeleid en de scheepvaart want, kan GS daar voldoende invloed op uitoefenen?
2. Gaat GS ook de vervoerssector aanpakken op het verminderen van emissie, krijgen zij hier ook hulp bij? En dan denk ik ook aan de visserijsector met hun kotters.
3. Het is goed dat Den Haag lijnen uitzet, maar komen er voor de uitvoering dan voldoende middelen mee? Zeker als er gesproken wordt over bedrijfsomzetting of verplaatsing?

Voor de PvdA is het een teleurstelling dat er geen beperking is in het verhandelen van emissierechten.

4. Kan GS onderzoeken hoe dit in Zeeland wel tot de mogelijkheden kan behoren?

Antwoorden op deze vragen zijn voor de PvdA van belang om een duidelijke denklijn te kunnen vormen, want alle sectoren zijn aan zet.

De PvdA kijkt met name naar het creëren van kansen en benutten van mogelijkheden vanuit deze opgaves. Zeeland staat bekend om het mooie weidse landelijk gebied, de rust en de ruimte. Dat versterken en het implementeren van meer koppelkansen zien wij als reële mogelijkheid. Als we kijken naar het oude en historisch interessante  landschap, de variatie in natuur, landbouw, natuurlijk dijkbeheer en krekenpatronen, zien wij daar toekomst in voor het herwaarderen van het landschap.  Dit gesteund door het implementeren van een robuustere natuur, onder andere door de bosvisie. Meer de balans terugbrengen maakt dat er natuurlijke ruimte komt voor klimaatadaptatie, het zoetwatervraagstuk is groot, water opslaan in land kan een manier zijn om te bufferen en helpt de biodiversiteit. Dit is voor de PvdA  voorliggend aan bovengrondse wateropslag in het landschap. Landbouw en veeteelt horen in Zeeland, wat de PvdA betreft met voldoende ruimte voor natuur en biodiversiteit. Ook voor extensieve landbouw, eiwitrijke teelt, en natuurlijk landschapsbeheer dient ruimte te komen. Deze veranderingen kunnen impact hebben op de verdiensten van de boeren, dat heeft aandacht nodig. De PvdA vind een eerlijk loon belangrijk.

5. Op welke manieren kan GS bijdragen aan een goed bestaan voor de boeren?

We lezen in de media en horen dat de industrie een duurzaamheidsslag maakt, dat is goed want maatschappelijke verantwoording nemen is nodig. De PvdA heeft er aandacht voor omdat de industrie een belangrijke economische pijler is in onze samenleving. De PvdA is van mening dat toezicht houden essentieel is om processen te bewaken. Toezicht ligt bij de RUD en DCMR.

6. Zij zijn onvoldoende toegerust om de wet te handhaven en om de nodige controles uit te voeren. Is GS bereid voldoende middelen aan RUD en DCMR toe te wijzen?

Tot slot, in het rapport ‘Wat wel kan’ zegt dhr. Remkes dat vertrouwen de belangrijkste voorwaarde is voor een goede transitie. Vertrouwen van de agrarische sector in de overheid en van de samenleving in het landelijk gebied dat de transitie een goede toekomst gaat brengen. Met de richtingennotitie landelijk beleid en stikstof zijn wij aan zet om de keus te maken voor een toekomstgericht en wat de PvdA betreft meer natuurlijk Zeeland. We willen graag samen met GS optrekken om tot een duurzaam Zeeland te komen waar mensen perspectief hebben, ecologie, voedselproductie, werk en wonen samen gaan.