Zeeuwse marktplaats voor de bouw
De bouwsector heeft in Zeeland zware klappen gehad. De economie trekt nu weer aan. De bouw van nieuwe recreatieparken is daar een voorbeeld van. De nieuwe Aanbestedingswet stelt dat niet langer de laagste prijs, maar de economisch meest voordelige inschrijver de opdracht krijgt toegewezen. Dat maakt dat bijvoorbeeld ook de rekening kan worden gehouden met de social return, iets waar de PvdA zich in Zeeland hard heeft gemaakt. Naar aanleiding van dit en het artikel ‘Bouw Zeeland wil ook een taartpuntje van grote infrastructuurprojecten’ in de PZC van 12 maart jongstleden heeft de PvdA de volgende vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten:
1. Hebben Gedeputeerde Staten kennis genomen van het bovenstaande artikel in de PZC?
2. Zo ja, is er een mogelijkheid om het samen met de Tafel van 15 een ‘Zeeuwse marktplaats’ op te richten waar Zeeuwse bouwbedrijven die te klein zijn om in te schrijven op grote (infrastructurele) projecten toch aan (deel)opdrachten kunnen geraken?
3. Bent u het met ons eens dat een ‘Zeeuwse markplaats’ aansluit op de oproep van de BZW, gedaan tijdens het overleg met Provinciale Staten op 27 februari 2015, om kansen die er zijn vooral door beter en meer samenwerking te benutten?
4. Is het college van Gedeputeerde Staten bereid om samen met de Zeeuwse gemeenten in gesprek te gaan om te kijken waar er kansen zijn om een ‘Zeeuwse marktplaats’ op te richten?
5. Zijn er voorbeelden waarbij de provincie Zeeland de sociale return heeft gebruikt om Zeeuwse (bouw)bedrijven aan werk te helpen?
Antwoorden op Statenvragen over marktplaats bouwprojecten (13-03-2015)