Door op 19 februari 2015

Natuur en de participatiemaatschappij

Het derde deel van het werkbezoek in het kader van natuur en beleving speelde zich donderdag 19 februari af in Wilhelminadorp bij Stichting Het Zeeuwse Landschap. Als eerste waren er introducties verzorgd door Rob van Westrienen van Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland (RAVON) en Vincent van der Veen van het IVN.

Rob van Westrienen: “Veel flora- en fauna-organisaties werken met vrijwilligers: onderzoekers, beschermers, landschapsbeheerders en voorlichters. Het zijn wilgenknotters, paddenoverzetters, enzovoorts. Mensen doen dit omdat zij het leuk en nuttig vinden. Dit is de participatiemaatschappij avant la lettre. Wat hebben vrijwilligers nodig? Ondersteuning en opleiding. Wat zou de overheid voor de vrijwilligers kunnen doen? Meerjarenprogramma’s gericht op het werven, binden en opleiden van de vrijwilligers. Er zijn al meer dan 200.000 participerende vrijwilligers. Voor het tellen van soorten moet er een landelijk format zijn.”

Noord-Brabant en Zuid-Holland hebben een soortenbeleid en Zeeland niet. Er wordt daardoor niet gemonitord in Zeeland. Zonder bijvoorbeeld de Vlinderstichting zou het in Zeeland moeilijk werken zijn. De politiek moet niet alleen op provinciaal niveau insteken. Tweede Kamerlid Lutz Jacobi wil graag meer inzicht krijgen in welke financiële landelijke bronnen opdrogen. Sommige provincies nemen het over van het Rijk en andere provincies niet.

Vincent van der Veen van het IVN: “Een ander perspectief op het vrijwilligerswerk. Het gaat er ook om dat je als inwoner en / of ondernemer een connectie maakt met je omgeving. Het IVN wordt ondersteund door de Postcodeloterij en het Oranjefonds. De overheid en de inwoners gaan anders met het groen om. Het IVN verzorgt natuureducatie op lagere en middelbare scholen. 23.000 leden en vrijwilligers heeft het IVN. ‘Groen dichterbij’ zorgt voor moestuinen en groene speelplekken in de stad. Het zorgt voor een vergroting van de sociale cohesie van een buurt. De overheid kan nog niet goed omgaan met de participatie. Voor inwoners is de overheid een geheel. Probeer te faciliteren als overheid en verwijs op z’n hoogst maar 1 keer door naar een andere overheid. Laat budgetten samenvloeien.”

Tweede Kamerlid Henk Leenders: “Tot mijn verrassing bleek de tuinbranche ook veel interesse en energie te steken in biodiversiteit. Zij werken bijvoorbeeld samen met Landschap Utrecht, maar met het IVN werkt de branche niet samen.” De Stichting Het Zeeuwse Landschap is samen met het IVN een campagne gestart om het aantal tegels in Zeeuwse tuinen te verminderen. Voor bijen is dit een zeer goede zaak. Door mensen te interesseren voor kleine groene zaken in de buurt staan zij ook open voor de grote natuurgebieden.

Statenlid Anton van Haperen: “In het verleden ging het bij de provincie alleen over grote natuurterreinen. Wat moet de gemeente doen? Wat kunnen en willen vrijwilligers doen?” Tweede Kamerlid Lutz Jacobi neemt waar dat er meer behoefte is aan regelvrije ruimte. De vrijwilligers moeten veel ruimte voor groene initiatieven krijgen. Via cofinanciering kunnen ommetjes bij dorpen hersteld worden. Vincent van der Veen: “Mensen actief laten zijn in en met het groen is van belang voor de leefbaarheid van de provincie. Tijdelijke natuur laten inrichten kan hierbij ook een grote rol bij spelen.”

Tjeu van Mierlo, directeur van de ZMF: “Te vaak wordt een initiatief helaas niet gecontinueerd. Wanneer een woonwijkje nauwelijks tot geen afval heeft produceert is het niet mogelijk om een lager afvaltarief bij de gemeente voor elkaar te krijgen.”

Rob van Westrienen: “Grote bedrijven zijn benaderd door ons om hun bedrijventerrein te vergroenen. Er komt weinig reactie op. Dat is jammer omdat ze anderzijds vaak wel bezig zijn om hun productieprocessen te verduurzamen.” Tjeu van Mierlo vertelt over het project bij Yara waar werknemers betrokken worden bij het natuurvriendelijk inrichten van het fabrieksterrein. Yara probeert ook andere bedrijven zover te krijgen. In havens van Amsterdam is het over het hele oppervlak al sprake van natuurvriendelijke inrichting van de overtollige / tussenliggende ruimten.”

Duurzame landbouw promoten moet blijven gebeuren. Het Wereld Natuurfonds stuurt hier tegenwoordig ook op aan. Jonge boeren moeten warm gemaakt voor duurzame landbouw. Neonicotinen zijn voor akkervogels zoals de DDT was voor de roofvogels. Eerste Kamerlid Wouter van Zandbrink wijst er op dat hier ook een informerende taak bij de milieuorganisaties ligt richting het publiek. Het merendeel van de mensen weet niet dat dit überhaupt speelt. Tjeu van Mierlo vraagt zich af wat we nog van de overheid mogen verwachten? Er wordt alleen gekeken naar wat de effecten van bepaalde middelen zijn op mensen en niet op de biodiversiteit.