Kadernota Natuurvisie Zeeland 2016-2022
‘Natuur moet daar zijn waar mensen zijn’ met die zin opent de nota ‘Groen en Water in de stad’, die de PvdA-Tweede Kamerleden Lutz Jacobi en Henk Leenders vandaag precies twee weken geleden in Rotterdam hebben gepresenteerd. Natuur komt niet alleen voor in natuurgebieden; natuur is overal.
Het doet ons genoegen dat we deze gedachte ook tegenkomen in de kadernota, die we vanmiddag bespreken. De PvdA-fractie wil graag zijn waardering uitspreken voor de kadernota. Het is een helder stuk, met een brede kijk op natuur, waarin de provincie blijk geeft van een proactieve beleidshouding en van bereidheid om het voorbeeld te geven en waar nodig andere partijen op weg te helpen.
Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de aanleg van nieuwe natuur in Zeeland. Dat natuurontwikkelingsprogramma is nog niet af. Tot 2027 zal nog ongeveer 1000 hectaren nieuwe natuur worden ontwikkeld. Daarover zijn met het Rijk duidelijke afspraken gemaakt en de Partij van de Arbeid gaat er dan ook van uit dat die in de komende tien jaar worden uitgevoerd.
De echte natuurambitie voor de komende jaren zit voor onze fractie dan ook niet in de natuurontwikkelingsprogramma, maar in het verbinden van mensen met natuur. Daar heeft Zeeland nog een flinke weg te gaan en daar liggen ook kansen. We hebben het dan over hoofdstuk 5 en 6 van de kadernota. In de Commissie Ruimte hebben we gediscussieerd over de vraag waarom de provincie in het geval van de natuurbeleving wel en in het geval van de maatschappelijke initiatieven en de vrijwilligers niet voor een actieve rol zou moeten kiezen. Bij nadere beschouwing kwamen wij tot conclusie dat de keuzes, die wij in de hoofdstukken 5 en 6 voorgelegd hebben gekregen vooral gaan over de uitvoering. Over wie bepaalde dingen moet doen, de provincie of de terreinbeheerders bijvoorbeeld. Wat er moet gebeuren om de Zeeuwen (en onze toeristische gasten) meer en beter met hun natuur te verbinden blijft in de kadernota nog grotendeels onbesproken.
Waar het om de uitvoering gaat kunnen wij ons wel vinden in de keuzes van de kadernota. De PvdA-fractie vind het echter wel gewenst dat de provincie – in samenspraak met terreinbeheerders en andere stakeholders – duidelijke beleidsdoelen stelt over het verbinden van bestaande en nieuwe Zeeuwse natuur met mens en maatschappij.
Onze fractie waardeert de inzet van verschillende terreinbeheerders en Stichting Landschapsbeheer Zeeland en andere partijen, maar stelt tegelijkertijd vast dat dit vaak toch nog min of meer los staande initiatieven zijn. Wij denken dat deze initiatieven een groter effect kunnen bereiken als zij meer focus krijgen en samenwerken aan gemeenschappelijke doelen. Dit geldt niet alleen voor de natuurbeleving (hoofdstuk 6), maar ook voor de natuurinitiatieven en vrijwilligersactiviteiten (hoofdstuk 5).
Ik wil daar één voorbeeld van noemen. De commissie Balkenende ziet kansen voor Zeeland in het gezamenlijk optrekken van zorg en recreatie. De vraag is: kan de Zeeuwse natuur hier ook een rol in spelen en welke is dat dan? Een duidelijke doelstelling op dit punt kan richting geven aan de activiteiten van de verschillende organisaties, waardoor één gezamenlijk product ontstaat dat bijdraagt aan het imago van Zeelanden.
Omwille van de tijd beperk ik me tot de ene voorbeeld en sluit af met het indienen van een motie, die Gedeputeerde Staten opdragen om – samen met de stakeholders – de verschillende aspecten van de relatie mens-natuur, zoals bedoeld in hoofdstuk 5 en 6 van de Kadernota, in concrete doelstellingen uit te werken.
Statenlid Anton van Haperen
Motie ‘Kadernota Natuurvisie’ (15-07-2016) versie 2
De motie bij de Kadernota Natuurvisie 2016-2022 werd ingediend door de PvdA, de SP en GroenLinks. Dankzij verdere steun van CDA, VVD, CU, 50PLUS en D’66 werd de motie aangenomen.