EXCUSES SLAVERNIJVERLEDEN ZEELAND

19 juni 2023

Op 1 juli 2023 zal GS van Zeeland excuses aanbieden voor het slavernijveleden. Deze excuses moeten het begin worden van een andere blik op de Zeeuwse slavernijgeschiedenis. Een geschiedenis die niet bestaat uit winnaars en verliezers, maar uit mensen van vlees en bloed. En een deel van die mensen heeft ernstig geleden onder de handen van het vroegere gewest Zeeland en daarvoor zijn excuses op zijn plaats.
Hieronder leest u het betoog van Ralph van Hertum, namens de fractie, over dit onderwerp.

Voorzitter,

Tot woensdagochtend waren de partijen van PvdA – GL, CU en D’66 van plan om een motie in te dienen, die op zou roepen dat Gedeputeerde Staten op 1 juli 2023 excuses zal maken voor het Zeeuwse slavernijverleden. We hadden voor die motie een uitgebreid betoog opgesteld, waarbij de historische context en feiten worden geschetst. In onze nieuwe reactie richten we ons vooral op het excuus aanbieden. We vinden het passend dat het provinciebestuur in een treffende brief aangeeft dat het provinciebestuur die excuses zal gaan maken, 150 jaar na het afschaffen van de slavernij.

In die context willen we ook benoemen dat de afgelopen jaren er veel meer belangstelling en bewustwording is voor de koloniale periode van Nederland en Zeeland. Zo hebben de gemeenten Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland hun excuses aangeboden. Gisteren nog presenteerde historica Esther Captain haar onderzoek en boek Staat en Slavernij over de rol van de Nederlandse staat bij de slavenhandel aan de Nederlandse Tweede Kamer. Haar conclusies zijn helder. Ze vertelde aan de NOS: “Daarmee kom je onder ogen dat het tijd is om moed te verzamelen en om te kijken of we dat zelfbeeld van Nederland als tolerante, democratische handelsnatie kunnen herzien. Dat doet recht aan de inwoners van Nederland en daarmee doe je ook recht aan de geschiedenis. Een van de inzichten uit dit onderzoek is toch wel hoe onder het mom van het goede, met heel veel geweld, geprobeerd is mensen te veranderen. Het succes van dat cliché van de handelsnatie die nootmuskaat en andere specerijen verhandelde, maar tegelijkertijd ging het ook om mensenhandel. Dan wordt het een heel ander verhaal. Daarvoor is nu ruimte gekomen.”

Die ruimte ziet ook Jaap Smit, commissaris van de koning, van Zuid-Holland: “Ik voel dat alles in mezelf zich verzet tegen wat toen gebeurde. We zien een afschuwelijk en verwerpelijk systeem van wat ik noem ‘dehumaniseren’. Een systeem waarin de ene mens het in zijn hoofd haalde om een ander mens in eigendom te nemen en zelfs aan de ketting te leggen. Ik schaam me daar kapot voor.” De PvdA-GL sluit zich bij de woorden van de historica en de commissaris aan. Ook wij vinden dat het 150 jaar na het beëindigen van de slavernij tijd wordt voor een nieuw begin. En waarom?

Als eerste toont het onderzoek van professor Den Heijer aan dat er een duidelijke relatie is tussen het bestuur van het oude gewest Zeeland en de bestuurlijke opvolgers. Den Heijer stelt dat de provincie: “op historische gronden beschouwd kan worden als de rechtsopvolger van de vroegmoderne Staten van Zeeland die medeverantwoordelijk waren voor de Zeeuwse deelname aan slavenhandel en slavernij.”

Daarnaast lezen, horen en zien we hoe veel nakomelingen worstelen met het slavernijverleden. Hun voorouders moesten werken op plantages, lagen aan de ketting en werden mensonwaardig behandeld. Zij zien excuses als erkenning voor leed en verdriet. En het woord sorry of een excuses maakt voor hen een wereld van verschil.

De boodschap in de brief van Gedeputeerde Staten is duidelijk. Het is nu de vraag welke boodschap deze Provinciale Staten willen geven. We zijn blij dat de maatschappij zover ontwikkeld is dat we het niet goed vinden wat in die periode gebeurde. Ieder mens is gelijk. Een mens is een mens. We zijn ook trots dat artikel 1 hier in het provinciehuis een belangrijke plek inneemt. Maar we kunnen vandaag nog een extra stap nemen door het provinciebestuur te ondersteunen om oprechte, volmondige, breed gedragen excuses te maken voor het Zeeuwse slavernijverleden. Dat doen we niet omdat iemand in deze zaal zich schuldig heeft gemaakt aan slavernij, maar wel om erkenning te geven aan zij die geraakt, verdrietig, vernederd, uitgebuit en vermoord zijn in een horrorsysteem waarin winst, lijden en dood centraal stonden. Daarom staan we zij aan zij met het provinciebestuur op om op 1 juli 2023 met de vertegenwoordigers van Vlissingen en Middelburg excuses te maken voor het Zeeuwse slavernijverleden.

Tot slot nog twee afsluitende gedachten. De eerste is een vraag aan de aanwezige Statenleden en de fracties. Deze motie gaat niet om een financiële oproep aan het provinciebestuur. Dit is een morele of ethische kwestie. We willen daarom vragen dat elk Statenlid volgens zijn of haar eigen morele overtuiging mag stemmen bij de stemming over deze motie. Dat elk Statenlid vrij van fractiediscipline een eigen oordeel velt over de vraag of de provincie Zeeland wel of niet excuses moet aanbieden. Voorzitter, we vragen hiervoor bij deze een hoofdelijke stemming aan voor deze motie.  De tweede gedachte is dat dit excuus voor het slavernijverleden een begin vormt. We willen een kiezelsteen in het water gooien, die de komende tijd rimpelingen oproept. Rimpelingen die bijvoorbeeld leiden tot een kenniscentrum over de slavernijgeschiedenis. Deze excuses moeten het begin worden van een andere blik op de Zeeuwse slavernijgeschiedenis. Een geschiedenis die niet bestaat uit winnaars en verliezers, maar uit mensen van vlees en bloed. En een deel van die mensen heeft ernstig geleden onder de handen van het vroegere gewest Zeeland en daarvoor zijn excuses op zijn plaats.