De gemeenten in Nederland hebben het financieel zwaar, ook de Zeeuwse gemeenten. Stop Lokale Bezuinigingen stelt: “En juist in een crisis moeten inwoners en ondernemers kunnen vertrouwen op hun gemeente. Voor hulp waar nodig en om de lokale economie en banen te beschermen.”
Gemeenten zijn bij de decentralisaties flink door het Rijk gekort. Het uitvoeren van de overheidstaken op het gebied van jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg, werk en inkomen, zorg aan langdurig zieken en ouderen kost juist steeds meer geld. De bezuinigingen, de invoering van het abonnementstarief huishoudelijke hulp en de opschalingskorting van het gemeentefonds werken ook nadelig op de gemeentelijke financiën. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in reactie op nieuwe verdeling van het gemeentefonds: “Gemeenten moeten zich in allerlei bochten wringen om hun begroting rond te krijgen en moeten noodgedwongen op voorzieningen bezuinigen.” Hierbij zijn de financiële gevolgen van de coronacrisis nog niet eens meegerekend.
De gemeentelijke financiële positie raakt ook zeker de uitvoering van onderwerpen waar gezamenlijke lokale en provinciale verantwoordelijkheden liggen (klimaattransitie, regionale energie strategie, natuur). Gemeenten worden financieel uitgewrongen. Dat heeft ernstige gevolgen voor wat inwoners van hun lokale overheid mogen verwachten. Basisvoorzieningen als bibliotheken en sportvoorzieningen dreigen te worden afgebroken. De gevolgen voor de leefbaarheid zijn groot. Naast bezuinigingen op voorzieningen komen de inwoners mogelijk voor zwaardere lasten te staan doordat gemeenten noodgedwongen hun lokale belastingen (fors) verhogen om de begrotingen sluitend te krijgen. Ook investeringen worden door gemeenten uit- of afgesteld, juist in een tijd waar investeringen in de economie hard nodig zijn.
Wij zijn bekend met de brief die vanuit het Overleg Zeeuwse Overheden (OZO) recent verzonden is aan diverse ministeries waarin zorgen worden geuit en, onder andere, aandacht wordt gevraagd voor de ruimtelijke kenmerken bij de verdeling van het gemeentefonds (totaal kernen, oppervlakte land, oppervlakte binnenwater e.a.).
Gedeputeerde Staten houden toezicht op de financiële posities van de Zeeuwse gemeenten. Naar aanleiding hiervan hebben Eddy Heerschop en Ralph van Hertum de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland gesteld:
- Landelijk lukt het één op de drie gemeenten niet om hun begroting 2020 en / of 2021 sluitend te krijgen. Hoe zit dat in Zeeland?
- Beschikt het college van Gedeputeerde Staten over mogelijkheden om de Zeeuwse gemeenten te ontlasten binnen de kaders van het financieel toezicht? Zo ja, welke mogelijkheden zijn dit? Worden die mogelijkheden al ingezet? En wat zijn hiervan de consequenties?
- Wat doet u tot nu toe om gemeenten die het financieel zwaar hebben te ondersteunen?
- De tekorten zijn met name ontstaan door landelijk Rijksbeleid. Deelt u de mening van de PvdA dat daar ook de oplossing vandaan moet komen? Zo ja, wat kunnen Gedeputeerde Staten daarin betekenen?
- Deelt u onze opvatting dat het Rijk structureel meer geld aan de gemeenten beschikbaar zou moeten stellen? Graag een toelichting.
- Deelt u onze mening dat het niet wenselijk is om van gemeenten te eisen dat zij belangrijke lokale voorzieningen kapot bezuinigen om hun begroting langjarig sluitend te krijgen?
- Is het college bekend met financiële spanning c.q. onmogelijkheden bij de Zeeuwse gemeenten als het gaat om de uitvoering van onderwerpen waar gezamenlijke lokale en provinciale verantwoordelijkheden liggen? Zo ja, op welke beleidsterreinen en wat zijn hiervan de consequenties?
Antwoorden op Statenvragen ‘Gemeentelijke financiën’ (27-07-2020)