Column: Ronald Plasterk, een eigentijdse Sisyphus
En weer wordt vanuit Den Haag getracht het openbaar bestuur van ons land te reorganiseren. Na eerdere stukgelopen pogingen van meerdere voorgangers probeert onze minister Plasterk van Binnenlandse Zaken het opnieuw. Men zegt dat hij dat doet omdat het zo door de VVD in het regeerakkoord is ingebracht. Maar soit, hij is er nu eerstverantwoordelijk voor en hij lijkt het met groot vertoon van inzet te ondernemen. Eerst trok hij ten strijde om Flevoland op te heffen en samen te voegen met de provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht tot een nieuw Landsdeel. De betrokken provincies maakten hem echter al snel duidelijk dat zij er niets in zien en de Tweede Kamer vroeg om een bredere visie op de bestuurlijk organisatie van ons land. Die is er dan nu: we moeten naar zeven provincies.
Even komt de gedachte op dat Plasterk daarmee terug wil naar de dagen van de zeventiende-eeuwse Republiek en dat Zeeland als medestichter van de Nederlandse Staat wel met enig respect zal worden behandeld. Helaas, verkeerd gedacht. Het historisch besef van Ronald Plasterk is niet zo sterk ontwikkeld of hij heeft er gewoon maling aan. Zeeland moet maar met Zuid-Holland gaan praten, zo laat hij weten, en samenvoegen kan best, want van enige Zeeuwse eigenheid is hem niets bekend. Het wordt moeilijk een minister van Binnenlandse Zaken serieus te nemen, die – letterlijk – zo oppervlakkig naar het land en zijn inwoners kijkt. Toch moet dat, want het gaat niet om een losse opmerking, maar om de opvatting van een belangrijke partijgenoot-minister in onze regering. Welke argumenten draagt hij aan? Minder bestuursorganen en dus goedkoper, minder verscheidenheid in optredens in binnen- en buitenland en wegnemen van de hindernis die de huidige provinciegrenzen vormen voor een goede ruimtelijke en sociale samenhang van de inliggende regio’s en steden. Op het eerste gezicht redelijke argumenten. Hij wijst er daarnaast op dat de regering voornemens is om een grote overheveling van Rijkstaken naar gemeenten te laten plaatsvinden met bijbehorende geldstromen. Daarvoor, zo meent de regering, moeten de gemeenten goed toegerust zijn en dat kan alleen als zij veel groter zijn dan nu gemiddeld het geval is. Deze grote gemeenten passen, vindt hij, beter in een nieuwe Landsdeelconstructie dan in de huidige provincies. Zo bij elkaar is het dus een hele berg van reorganisatieplannen.
De minister begon maar voorzichtig. Hij wilde niet teveel hooi op zijn vork nemen en koos voor de genoemde drie provincies als eerste stap, maar in zijn visie blijkt nu ook Zeeland overbodig als zelfstandige provincie. Er dringen zich dan direct de nodige vragen op. Is dit eigenlijk wel een logische indeling? En is het de grote moeite van het afbreken en dan weer opbouwen van bestaande organisaties en gegroeide verhoudingen wel waard? En wat is het resultaat? Laten we het argument van de sociale en ruimtelijke samenhang wat nader bezien. Wordt dat er beter van als er een nieuwe bestuurlijke constructie ontstaat die loopt van ruwweg Leiden tot Sluis? Hoezo sociaal en ruimtelijk samenhangend? En moeten de dorpen en steden in Zeeland in die nieuwe constructie dan samenklonteren tot grote eenheden, die voldoen aan de wensen van de minister? Dat zou dan bijvoorbeeld neerkomen op ingrijpende herindeling tot zo’n vijf grote(re) gemeenten in Zeeland…. Wie zit daar op te wachten? En daar komt bij dat het overduidelijk een drogreden is. Neem Flevoland, waar de hele provincie (ongeveer zo groot als Zeeland) uit zes gemeenten bestaat en toch opgeheven en samengevoegd! En wat te denken van de warme ontvangst in Zuid-Holland waarvan wij nog niet vergeten zijn dat het destijds Goeree-Overflakkee niet zo zag zitten als onderdeel van de provincie omdat… de identiteit meer Zeeuws was! En ook nu zegt het Haags provinciebestuur dat Zuid-Holland er voordeel van moet hebben. Hoe staat het trouwens met de identiteit van Zuid-Holland? Natuurlijk, de minister behoeft niet opzij te gaan voor het blote feit dat al het bestaande naar behoud streeft, maar hij en alle andere betrokkenen in het komende proces van overleg en besluitvorming zouden er wel goed aan doen een zo ingrijpende herindeling goed te funderen op de feitelijke ruimtelijke sociale en economische vraagstellingen aan het openbaar bestuur. Daargelaten de vraag of dit nieuwe Landsdeelbestuur niet een erg grote afstand heeft tot de bevolking in de inliggende gebieden en tegelijkertijd een te kleine afstand van het landsbestuur.
Ja, reorganisatie van het openbaar bestuur lijkt op de steen van Sisyphus, de ongelukkige Griekse koning uit de oudheid, die altijd alles beter wist dan de anderen. Daarvoor werd hij door de goden vreselijk gestraft. Tot in lengte van dagen moest hij een zware steen bergop rollen en steeds als hij boven was rolde de steen weer terug. Wordt het geen tijd dat dit gehannes met grenzen en besturen een halt wordt toegeroepen? Niet door de goden, maar door onze bestuurders, onze instellingen en bedrijven en onze inwoners. En voorop moet onze eigen partij in Zeeland gaan, indachtig het aloude Luctor et Emergo, de ware identiteit van Zeeland.