Om grondwater uit de bodem te onttrekken is, in een aantal situaties, een vergunning nodig van de provincie. Voor andere wateronttrekkingen is een vergunning nodig van Waterschap Scheldestromen. Voor onttrekkingen van minder dan 10 kubieke meter geldt een meldingsplicht bij de provincie of het waterschap.
Naar aanleiding hiervan hebben de PvdA-Statenleden Eddy Heerschop en Corina van der Vliet de volgende vragen voor het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland gesteld:
1. Is het college van Gedeputeerde Staten van mening dat de regelgeving omtrent de aanvraag van vergunningen of de meldingsplicht voldoende helder en duidelijk zijn? Zo ja, waar baseren Gedeputeerde Staten hun antwoord op? Zo nee, waarom niet?
2. Is het juist dat de droge periodes van de afgelopen jaren leiden tot een toename van het aantal grondwateronttrekkingen? Stijgt ook de omvang van de grondwateronttrekking in Zeeland?
3. Heeft de (toename van) wateronttrekking gevolgen voor het grondwatersysteem? Zo ja, welke gevolgen?
4. Is het college van Gedeputeerde Staten het met ons eens dat verdroging funest is voor de natuur en leidt tot bodemerosie en afname van de bodemvruchtbaarheid? Graag een toelichting.
5. Is het registratiesysteem van grondwateronttrekkingen voor beregenen van landbouwgrond nog van deze tijd? Daarbij graag onderscheid maken tussen beregening in de landbouw en door particulier geslagen bronnen. Vele kleine beetjes onttrekkingen zorgen in totaliteit ook tot een grote hoeveelheid.
6. Is het college van Gedeputeerde Staten van mening dat het huidige vergunningen- en meldingssysteem en de registratie daarvan voldoet of ziet het college verbeterpunten? Zo ja, welke verbeterpunten? Zo nee, waarop baseren Gedeputeerde Staten hun antwoord?
Antwoorden op Statenvragen ‘Onttrekking grondwater’ (12-04-2021)