De PvdA heeft met verbijstering kennis genomen van de aanblijfbonussen bij energiebedrijf PZEM. In tijden waarin het bedrijf grote financiële problemen kent vinden wij deze bonussen ongepast, ongehoord en onfatsoenlijk naar de aandeelhouders en vooral de inwoners van Zeeland. Deze gigantische bonussen gaan tegen al onze sociaaldemocratische gevoelens in en maken ons kwaad.
We hebben kennis genomen van de terechte reactie van gedeputeerde Carla Schönknecht die in de PZC van 12 december aangeeft “dat dit soort bonussen niet te rijmen valt met een bedrijf dat verlies lijdt.” Wij als PvdA gaan een stap verder. De provincie Zeeland heeft geen formele rol bij het vaststellen van de bonussen, maar wij hebben als aandeelhouder wel de morele plicht om deze bonussen aan banden te leggen.
Dit is niet de eerste keer dat we met vragen en opmerkingen komen over dit onderwerp. Wij hadden gehoopt en verwacht dat de vorige CEO de duidelijke signalen omtrent de bonussen zou hebben opgepikt. Helaas is dat niet het geval. PZEM weigert te luisteren naar de aandeelhouders en vooral de inwoners van Zeeland. Wat ons betreft volgt een scherpe veroordeling van de aandeelhouders en een aanpassing van het bonusbeleid van PZEM.
Naar aanleiding hiervan heeft de PvdA-Statenleden Anita Pijpelink en Ralph van Hertum de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland gesteld:
1. Wat vinden Gedeputeerde Staten van de bonussen die de PZEM uitkeert aan de betreffende topfuncties? Zijn Gedeputeerde Staten het met de PvdA eens dat deze bonussen ongepast, ongehoord en onfatsoenlijk zijn?
2. Welke formele en informele acties kunnen Gedeputeerde Staten uitvoeren om de bonussen van tafel te krijgen en / of toekomstige ongehoorde bonussen bij PZEM te voorkomen?
3. Zijn Gedeputeerde Staten bereid om met de overige aandeelhouders van de PZEM om tafel te gaan en samen de bonussen van de PZEM te veroordelen? En indien ja, in de aandeelhoudersvergadering druk uit te oefenen om toekomstige excessieve bonussen te voorkomen?