Kustbebouwing, waar wel en waar niet?
In de afgelopen tijd stonden de media bol van alarmerende berichten over wildgroei aan bebouwing langs de Zeeuwse kust. Natuur- en milieuorganisaties startten een actie ‘Bescherm de Kust’ en in paar maanden tijd melden meer dan 100.000 mensen zich aan als ‘baywatcher’ en gaven zo uiting aan hun zorgen. Tegelijkertijd hielden bestuurders niet op om te benadrukken dat het allemaal wel meeviel en dat de recreatiesector zélf er het grootste belang bij had dat de Zeeuwse kust zich niet ontwikkelde zoals haar Belgische evenknie.
Natuurlijk zijn er in Zeeland geen Belgische toestanden, maar de handtekeningen geven aan dat de Zeeuwen de sussende woorden van de bestuurders niet delen. Natuurlijk dient de toeristisch-recreatieve sector van Zeeland ontwikkelingskansen te krijgen, maar de PvdA hecht er aan dat het unieke open Zeeuwse landschap wordt beschermd. De PvdA pleit voor een aanvullende aanpak: Duidelijke regels en een actieve aanpak, samen met de streek.
Wat betreft de regels: de provincie heeft in het omgevingsplan kaders geformuleerd, maar gemeenten worden geacht uiteindelijk te besluiten over de kustbebouwing. Deze aanpak leidt in de praktijk tot onzekerheid over wat kan en niet kan, en wat gewenst is en niet gewenst. De hoteltoren op de Veerse Dam, bungalows en een hotel in het Nollebos, slaaphuisjes op het Schouwse strand: het zijn allemaal voorbeelden van projecten, die zijn ontstaan in het schemergebied van onduidelijke provinciale kaders en gemeentebestuurders die niet willen of kunnen kiezen. De PvdA wil daarom in de aanstaande kustvisie en het nieuwe omgevingsplan op de volgende punten duidelijke regels.
Allereerst moeten de openheid en de lange lijnen van de Zeeuwse kust worden beschermd op dezelfde manier als dat nu al het geval is met de open ruimten van het polderland. De PvdA vindt dat bebouwing moet worden geconcentreerd. Deze moeten worden afgewisseld met lange stukken dijk, duin en strand zonder bebouwing. Daarbij is het vanzelfsprekend dat de natuurgebieden van de Zeeuwse kust niet aangetast worden. Buiten de stedelijke omgeving moeten hogere gebouwen worden uitgesloten.
Verder moeten we zuinig omgaan met ruimte. Juist daar ligt een wezenlijke rol voor de provincie en gemeenten: het ontwikkelen van nieuwe verblijfsrecreatiecomplexen dient gekoppeld te worden aan de sanering van oude. Door steeds weer op open plaatsen nieuwe ontwikkelingen toe te staan, wordt verpaupering elders in de hand gewerkt. Daar wordt niemand beter van, zeker de toeristisch-recreatieve sector zelf niet. Hier moet nadrukkelijk stuur door provincie en gemeenten op gezet worden.
Naast regels is een actieve aanpak nodig waarin niet alleen gebouwd wordt, maar ook het landschap mooier wordt. De PvdA pleit voor een gebiedsgerichte aanpak samen met de streek. Provincie en gemeenten hebben in de afgelopen vijftien jaar op dit punt een succesvolle aanpak laten zien, met name op Schouwen en in West Zeeuws-Vlaanderen. Deze draad moet weer opnieuw worden opgepakt. De financiering van de lokale en regionale verbeteringsplannen kan plaatsvinden uit de ruimtelijk-economische middelen van de provincie, de opbrengsten uit leges, extra OZB en toeristenbelasting van de gemeenten en uit bijdragen van de ondernemers bijvoorbeeld met voortzetting van de rood-voor-groen regeling.
De huidige regels leiden tot onzekerheid en aantasting van het Zeeuws kustlandschap. Er zijn heldere regels en een actieve aanpak nodig.
Statenlid Anton van Haperen