Geen omgekeerde volgorde bij referendum
De PvdA-fractie was een van de mede-initiatiefnemers van de referendumverordening, die in maart 2014 door Provinciale Staten met een meerderheid werd aangenomen. Belangrijk vinden wij dat als betrokken Zeeuwse burgers zich willen uitspreken over belangrijke onderwerpen zij de mogelijkheid moeten krijgen om met minimaal duizend medestanders een referendum te verzoeken bij Provinciale Staten.
Nu ligt er een initiatiefvoorstel van D’66 voor een raadpleging van de Zeeuwse bevolking. In de kern wordt hierin voorgesteld om in een Statenvergadering door Provinciale Staten onderwerpen te kiezen, waarover een raadpleging moet worden gehouden. De argumentatie in het voorstel is dat de Zeeuwse kiezer slechts kiest voor een bepaalde politieke partij in algemene zin. In het initiatiefvoorstel leest onze fractie het volgende: “Ze, dat is de Zeeuwse kiezer, kunnen niet vertellen wat hen in het programma wel en niet aansprak. Het is alles of niets. Ze mogen maar een hokje rood maken.”
Onze fractie vindt dat echt een diskwalificatie van de Zeeuwse kiezer naar de komende Provinciale Statenverkiezingen toe. Een groep van mensen is niet geïnteresseerd en zal slechts een hokje rood maken of helemaal niet. Er is daarentegen ook een grote groep, die wel geïnteresseerd is en de moeite neemt om haar stem zo zorgvuldig mogelijk uit te brengen. Zie hoeveel mensen een kieswijzer invullen. Zo had ik afgelopen maart een afspraak bij een gemeente en stond er een meneer voor mij bij de receptie. Hij vroeg naar verkiezingsprogramma’s van de partijen, die aan de raadsverkiezingen in zijn gemeente meededen. De receptioniste was wat verbaasd, waarop de man reageerde dat er toch verkiezingen waren in de gemeente en dat het dan meer dan logisch was dat er bij die gemeente de verkiezingsprogramma’s voorhanden waren. Hij had helemaal gelijk. Of mijn kapster, die vertelde dat ze zich nog eens goed moest verdiepen in wat partijen nu allemaal wilden voordat ze haar stem uitbracht. Onze fractie ziet het referendum niet als een instrument om de Provinciale Statenverkiezingen aantrekkelijker of meer inhoudelijk te maken. Door met dit voorstel mee te gaan wordt er vanuit de politiek het signaal afgegeven dat de kiezer slechts bij verkiezingen een hokje mag rood maken en pas bij een referendum kan uitspreken over inhoudelijke politieke onderwerpen. Een verkeerd signaal, vindt onze fractie.
Daarbij meent de PvdA- fractie dat het instrument referendum vooral een democratisch instrument moet zijn van de Zeeuwse bevolking. Dat wil zeggen dat de Zeeuwen zelf om een referendum moeten kunnen verzoeken, wanneer een belangrijk politiek onderwerp onder de Zeeuwse bevolking leeft en zij daarover een raadpleging wenst. Provinciale Staten kunnen op enig moment besluiten tot een raadplegend referendum, maar dan moet er voor de Staten wel een belangrijk dilemma liggen waar de politiek, voordat zij besluiten, de mening van de bevolking wil horen. Het moet toch niet zo zijn dat wij als leden van Provinciale Staten in een Statenvergadering onderwerpen gaan zitten verzinnen waarover wij een raadplegend referendum willen gaan houden. Dat is echt de verkeerde volgorde en leidt tot devaluatie van het instrument raadplegend referendum
Naar mening van de PvdA-fractie ademt dit initiatiefvoorstel het houden van een referendum om een referendum uit. Indien er vanuit de Zeeuwse bevolking een verzoek komt tot het houden van een referendum dan zal de PvdA-fractie hiermee heel zorgvuldig omgaan en veelal honoreren. Maar het houden van een referendum, waarbij de onderwerpen nog bepaald moeten worden, vinden wij geen goed gebruik van het instrument referendum.
Wij kunnen ons dan ook niet verenigen met dit initiatiefvoorstel en zullen dit voorstel dan ook niet ondersteunen.
Annebeth Evertz (voorzitter Statenfractie)