18 december 2013

Samenredzaam

Woensdag is de favoriete dag van Samantha. Op woensdag heeft zij namelijk een hulpverlenersvrije dag. Een dag om even op adem te komen van de 17 professionals die in haar gezin hulp verlenen. “Mevrouw de wethouder”, zei de alleenstaande moeder anderhalf jaar geleden tegen mij, “u wilt wel dat ik aan het werk ga, maar wie moet al die hulpverleners te woord staan dan?” Ze had te maken met opvoedondersteuning, bureau jeugdzorg, dagbesteding, werk & inkomen, schulden, schoolverzuim, gezondheid, huisvesting en veiligheidsproblematiek. En binnen de jeugdzorg met verschillende zorgaanbieders die ieder een verschillende financiering en verantwoording hebben, verschillende bestuurslagen, gescheiden toegangen.

Indicatiestellingen leiden niet tot snelle en passende zorg, maar tot gigantische versnippering. Als de juf of meester een niet pluis gevoel heeft, of ouders op het consultatiebureau radeloos zijn, duurt het vaak maanden voordat er zorg komt. De kosten waren bij Samantha zo’n € 70.000, terwijl zij zich niet echt geholpen voelde. Iedereen begrijpt dat dit onmogelijk goed voor deze kwetsbare gezinnen kan zijn en veel te duur is. Professionals zijn zwaar gefrustreerd omdat ze veel zien in een gezin, maar weinig mogen doen omdat een ander daarvoor betaald wordt. Ze zijn veel tijd bezig met bureaucratie en afstemmen. De gezinnen zijn vaak alle hoop verloren. Ze zien door de bomen het bos niet meer en hebben geen regie.

Dit was mijn grote motivatie om vorig jaar Tweede Kamerlid te worden. Ik ben erg positief over de wet omdat het de drie grootste problemen aanpakt en ervoor zorgt dat:
1. Kinderen sneller de juiste hulp krijgen.
2. Ouders samen met het netwerk de regie over het gezinsplan hebben.
3. Professionals het vertrouwen krijgen dat ze verdienen om te doen wat nodig is.

Iedere maandag en vrijdag bezoek ik kinderen, jongeren, hun ouders en spreek ik mensen die in de jeugdzorg werken. Daar zie ik ook dat het anders kan. Jeugd- en gezinshulp passend bij de behoefte en mogelijkheden van ouders en kinderen, dichterbij en met een gericht plan. Gemeenten zijn op volle kracht aan het voorbereiden en een aantal gemeenten zijn al heel ver met één gezin, één plan en één ondersteunende professional. Daar gaat een groot leer- en voorbeeldeffect vanuit. De éne professional komt bij de gezinnen thuís en stelt direct orde op zaken. Hij helpt op een laagdrempelige wijze door praktische opvoedtips. Hij begint bij de eigen kracht van het gezin en betrekt direct een vriendin, de buurvrouw, een broer een juf of iemand anders uit het netwerk. De professional maakt afspraken over schulden en huurachterstand en helpt ook bij problemen met werk, inkomen, onderwijs, gezondheid. De problemen waar de gezinnen tegenaan lopen worden op praktische wijze en niet versnipperd door 17 professionals opgepakt. Het plan is niet van de professional, maar van de ouders zelf, die met hun netwerk zoveel mogelijk samenredzaam zijn en daar waar mensen écht hulp nodig hebben door een professional, goed worden ondersteunt. Waar andere professionals eerder vooral formulieren in moesten vullen en met elkaar in overleg gingen, wordt het nu gewoon opgelost door het wijkteam met verschillende expertise. Die professionals moeten vertrouwen krijgen. Dat betekent minder bureaucratie en afvinklijstjes en meer tijd voor het gezin.

Gemeenten geven nu aan wat ze verwachten van instellingen (wijkteams, dichtbij en gezinsgericht werken). Gemeenten zijn op volle kracht bezig om de jeugdzorg onder hun verantwoordelijkheid tot een succes te maken. De PvdA heeft steeds gevraagd om een soort stoplicht systeem per gemeente; waar gaat het goed (stoplicht op groen) en waar staat het stoplicht nog op rood en moet het beter? Sommige regio’s van samenwerkende gemeenten (41 regio’s) zijn verder in hun voorbereidingen voor het nieuwe jeugdstelsel dan andere. Een groep regio’s (o.a. IJsselland, Noord-Veluwe, Zuid-Limburg, Rijk van Nijmegen) scoort erg goed op de stelselmeter en is al heel ver met de transitie. Hier gaat een groot leer- en voorbeeldeffect van uit. Een grote middengroep heeft grotendeels concrete afspraken, maar laten op een enkel punt nog onzekerheid bestaan. De verwachting is dat hier ook binnen twee maanden de doelstellingen worden behaald.

Twee regio’s lijken op dit moment externe ondersteuning van buitenaf nodig te hebben, waaronder Zeeland. Om tijdig afspraken te maken over de continuïteit van de zorg en de zorginfrastructuur heeft de regio inmiddels de samenwerking met aanbieders verbeterd, zodat er concrete afspraken met aanbieders over zorgcontinuïteit worden gemaakt. Het is goed dat we nu (een jaar en twee maanden van tevoren) al weten dat hier extra ondersteuning nodig is voor de zachte landing. Om gemeenten te ondersteunen komen er vliegende brigades die door het hele land samen met gemeenten verder aan de slag gaan. Ik blijf de ontwikkelingen nauwlettend volgen en kom graag langs om als volksvertegenwoordiger ook zelf in gesprek te blijven met kinderen en hun ouders, jeugdzorgwerkers, gemeenten en jeugdzorgorganisaties! Zodat kinderen eerder de juiste zorg krijgen thuis en op school, en zodat professionals het vertrouwen krijgen dat ze verdienen. Dat staat voor de PvdA voorop.

Tweede Kamerlid Loes Ypma