Door Anton van Haperen op 3 juni 2016

380kV-hoogspanningsleiding

De 380 kV-hoogspanningsleiding van Borsele naar West-Brabant is een ingewikkeld dossier. Niet alleen omdat het technisch ingewikkeld is, maar vooral ook omdat er een aantal politiek lastige dilemma’s in zitten. Een goede energievoorziening is een absolute basisvoorwaarde voor onze samenleving. We kunnen dus niet zonder een goed netwerk van hoogspanningsleidingen en TenneT heeft de wettelijke plicht om ervoor te zorgen dat dat goed op orde is. En dat speelt vooral ook in Zeeland. Niet omdat we hier veel energie verbruiken, maar omdat er in en bij Zeeland veel energie wordt geproduceerd. Die moet worden afgevoerd naar stedelijke gebieden elders in Nederland en elders in Europa. Over Borsele wordt wel gesproken als één van de ‘stopcontacten’ van Nederland. Dat had en heeft te maken met de energiecentrales in het Sloegebied, maar naar de toekomst toe zijn vooral ook de windparken op zee belangrijk. En daarmee komen ook economie en werkgelegenheid om de hoek kijken. Ook díe belangen die verbonden zijn met het ‘stopcontact Borsele’. De andere kant van het 380 kV-dilemma is natuurlijk dat de hoogspanningsleidingen het landschap doorsnijden en mogelijk slecht zijn voor de gezondheid van omwonenden en vooral kinderen. We kunnen niet zonder hoogspanningsleidingen, maar je zou ze eigenlijk het liefst op een afgelegen plek onder de grond stoppen.

Het dossier van de 380 kV-West, waar we het vandaag over hebben, heeft een lange geschiedenis. De startnota voor deze verbinding van Borsele met het landelijke 380 kV-netwerk dateert al van 2009! Lang was er veel onduidelijkheid over de noodzaak en het nut van deze verbinding, ook hier in de staten. De contra-expertise door D-Cision heeft daarin wat de PvdA-fractie betreft veel verheldering gebracht. Daaruit is duidelijk geworden dat er in feite twee problemen zijn: een capaciteitsprobleem en een onderhoudsprobleem. Afvoer van de op zee geproduceerde elektriciteit via een kabel door de Westerschelde zou een antwoord kunnen zijn op het capaciteitsprobleem. Maar het lost het onderhoudsprobleem niet op. Onze fractie is er dus van overtuigd, dat er aan een nieuwe 380kV-leiding niet valt te ontkomen.

In de afgelopen weken, na het gereedkomen van het D-Cision-rapport en na de laatste vergadering van de Commissie Ruimte, is er nog een druk e-mailverkeer op gang gekomen. Daarbij ging het onder andere over de vraag of de elektriciteit van de wind-op-zee-parken niet naar elders kon worden afgevoerd (Maasvlakte, België) en werden vragen gesteld bij de leveringszekerheid van elektriciteit in Zeeuws-Vlaanderen. De fractie van de Partij van de Arbeid vind die verbreding van de discussie niet verstandig. Het besluitvormingsproces gaat immers over de 380 kV-verbinding van Borsele met het landelijk netwerk en niet over de leveringszekerheid in Zeeuws-Vlaanderen of een netwerk-verbinding met België. Die contouren van het besluitvormingsproces zijn al in de startnota van 2009 afgepaald. Onze fractie wil deze vragen dan ook geen onderdeel laten zijn van de bij de minister in te dienen zienswijze. We zouden de minister argumenten in handen geven om onze zienswijze snel ter zijde te leggen. Dat laat onverlet dat wij deze vragen wel zeer relevant vinden en wij horen graag van het college hoe zij tegen deze problematiek aankijkt en hoe deze problematiek aangepakt moet worden.

De fractie van de Partij van de Arbeid ondersteunt de zienswijze, zoals het college die al bij de minister heeft ingediend en wil deze bekrachtigen. Wij roepen ook andere partijen op om dat te doen, om zo één krachtig geluid in de richting van Den Haag te laten horen. Daarbij hebben wij nog wel een vraag over de manier waarop Zeeland dit onderhandelingsproces ingaat. Het advies van D-Cision heeft twee aantrekkelijke alternatieven opgeleverd, een gouden en een zilveren. De beste eind-oplossing is eigenlijk een combinatie van die twee alternatieven, waarbij er uiteindelijk één hoogspanningsleiding overblijft met vier 380-kV-circuits, die op bepaalde gevoelige plaatsen over korte trajecten onder de grond gelegd moet worden. Onze vraag aan het college is om een dergelijke combinatie tot inzet te maken van het onderhandelingsproces dat komt en wellicht nu ook al aan de gang is. Wij zijn benieuwd naar de reactie van het college.

Statenlid Anton van Haperen

 

Anton van Haperen

Anton van Haperen

Dahliastraat 17 4371 EZ Koudekerke “Rood met een groen hart! De Partij van de Arbeid geeft prioriteit aan het behoud van de natuur, ons cultureel erfgoed en een mooi en gevarieerd landschap. Zij zijn belangrijk voor de leefbaarheid en het toeristisch klimaat van Zeeland en daarmee voor economie en werkgelegenheid. Daarom is het belangrijk dat

Meer over Anton van Haperen